Hartmedicijnen verlengen en verbeteren levens
Cardioloog Arend Mosterd
Hij is 22 jaar cardioloog in het Amersfoortse Meander MC en voorzitter van de wetenschappelijke adviesraad van de Hartstichting. Daarnaast zo’n twintig jaar betrokken bij nationale en internationale clinical trials van nieuwe geneesmiddelen én druk met de ontwikkeling van medicatie met een tweede leven. Het is maar een greep uit het CV van Arend Mosterd. Duidelijk is wel dat deze cardioloog bij uitstek kan terugkijken en vooruitblikken op ontwikkelingen bij behandeling van hartpatiënten.
Over medicijnontwikkeling heeft Mosterd veel te zeggen. Maar zijn belangrijkste boodschap is: overgewicht moet worden teruggedrongen.
‘Het is de oorzaak van zoveel ziektes, en zeker van hartaandoeningen. De overheid mag dat best strenger aanpakken. En meer focussen op gezond eten, minder roken, en vaker bewegen. Lukt dat afvallen niet, dan is medicamenteuze, en desnoods chirurgische hulp een optie. Gezien de enorme impact van gewichtsverlies op hart- en vaatziekten, maar ook op ziektes als kanker en dementie, heiligt het doel in feite de middelen.’
Dus ook de geneesmiddelen. Op dat vlak zijn er door de jaren heen de nodige ontwikkelingen geweest, volgens de cardioloog.
‘Nieuwe hartmedicatie levert jaren levensverlenging en kostenbesparing op’
‘Vooral bij hartfalen is grote winst geboekt. Wij zien de afgelopen twintig jaar veel minder mensen binnenkomen die bijna stikken van benauwdheid omdat hun hart slecht pompt. Mede dankzij vier soorten medicijnen: The Fantastic Four. Al decennia doen bètablokkers en diuretica – met name aldosteronreceptorantagonisten (MRA) – goed werk. Maar de afgelopen tien jaar is de prognose bij hartfalen ook aanzienlijk verbeterd dankzij een specifieke angiotensine-receptor neprilysine-inhibitor (ARNI). Door de combinatie van twee stoffen verbetert de pompfunctie van het hart.
En recent bleek dat SGLT2-remmers, oorspronkelijk diabetesmedicatie, ook uitermate geschikt zijn tegen hartfalen. Dit soort ontwikkelingen levert hartpatiënten jaren levensverlenging op. En minstens zo belangrijk: hun kwaliteit van leven verbetert. Bovendien voorkomt het vele ziekenhuisopnames van duizenden euro’s per patiënt.’
Levensverlenging blijkt ook uit onderzoek met de combinatie van ARNI en SGLT2-remmer, waar de cardioloog aan meewerkte. ‘Het resultaat was 2,5 jaar levensverlenging en minder ziekenhuisopnames. Zeer recent was de publicatie in The European Journal of Heart Failure. Het is onderzocht met het LIFE-HF predictiemodel, dat we ontwikkelden. Dit voorspelt levensverwachting en behandelingseffect bij hartfalen.’
Ook de ontwikkeling met bloedverdunners bij diverse hartaandoeningen vindt Arend Mosterd indrukwekkend en belangrijk voor de levenskwaliteit.
‘Tot een jaar of acht à tien geleden moesten patiënten met boezemfibrilleren wekelijks of maandelijks naar de trombosedienst om bloed te prikken. Dat was belastend. Het veranderde met de komst van nieuwe bloedverdunners (DOAC). Voor patiënten een kwestie van dagelijks dezelfde dosis slikken.’
Kijkend naar sterkere antistollingsmiddelen (trombolyse), benoemt Mosterd ook het effect ervan buiten de cardiologie.
‘Als mensen vroeger een beroerte overleefden, belandden ze vaak verlamd in een rolstoel. Daarna volgden maanden van revalidatie. Tegenwoordig verlaten vele patiënten na een paar dagen het ziekenhuis zonder hersenschade. Mits er snel wordt ingegrepen, bij het bekende mond-spraak-arm alarm. Dan voorkomt trombolyse veel ernstige schade.’
Niet alleen de innovatieve geneesmiddelen bieden gezondheidswinst. Mosterd deed grootschalig cardiologisch onderzoek met colchicine, een bestaand medicijn tegen jicht, onder 5.500 patiënten. Met collega’s uit Australië en Nederland toonde hij aan dat het middel na een doorgemaakt hartinfarct de kans op een nieuw infarct met 30% verlaagt. Het onderzoek is veelbesproken.
‘De kosten-batenanalyse van colchicine valt heel gunstig uit, maar het Nederlandse vergoedingssysteem verhindert helaas dat investeerders iets terug kunnen verdienen. De FDA heeft colchicine in de Verenigde Staten goedgekeurd voor de behandeling van hart- en vaatziekten. Wij hopen dat de registratie in Nederland ook snel zal komen. In dat verband zou ik een vergoedingsregeling voor dergelijke betaalbare, zeer effectieve “tweedehands” medicijnen erg op prijs stellen. Dat stimuleert ook nog eens verder onderzoek naar nieuwe indicaties voor oude medicijnen.’
Mosterd vindt het vreemd dat er met twee maten wordt gemeten. ‘Voor oncologische medicijnen zijn we als maatschappij blij met een paar weken of maanden levenswinst. Vanwege de hoge prijs wordt er soms iets geregeld voor beschikbaarheid. Maar bij hartmedicatie is dat vaak anders. Terwijl we het daar, zoals bij medicatie voor hartfalen, over járen levensverlenging hebben.’
De cardioloog ziet nog meer kansen voor de overheid. Hij noemde al hun taak in de strijd tegen overgewicht en roken. Maar ook aan het preferentiebeleid valt volgens hem nog te sleutelen. ‘Regelmatig veranderen generieke medicijnen van doosje, kleur of formaat. Dat is het gevolg van dat preferentiebeleid. Daardoor vermindert de therapietrouw of stoppen mensen helemaal met innemen. Overheid of zorgverzekeraar denken te winnen met een dubbeltje op een doosje, maar de gevolgen – ziekte, ziekenhuisopname en zelfs overlijden – zijn schrijnend en vele malen duurder. Dat kan anders.’
In het verlengde daarvan pleit Arend Mosterd er ook voor dat patiënten kunnen gebruiken waar ze recht op hebben.
‘Natuurlijk zijn veel mensen geholpen met de bestaande groepen geneesmiddelen. Maar ik zie dat mensen met hartfalen niet altijd de juiste, meest geschikte medicatie krijgen. Als artsen kunnen we de innovatie naar de patiënt brengen. En ja, nieuwe medicatie vraagt uitleg en soms administratieve rompslomp. Maar nu we steeds minder hartproblemen op jonge leeftijd zien, moeten we echt zo goed mogelijk de ouderen helpen.’