betaalbaarheid medicijnen prijs
Onze kijk op

Betaalbaarheid van de zorg

In 2022 besloegen de netto medicijnuitgaven 5,8% van de totale zorguitgaven. Medicijnen en vaccins zijn dus geen groot onderdeel van het financiële probleem in de zorg, maar ze kunnen wél veel bijdragen aan de oplossing, bijvoorbeeld doordat ze zorgpersoneel uitsparen.

Scroll om meer te ontdekken
De zorguitdagingen worden groter. Rond 2040 is een kwart van onze bevolking 65 jaar of ouder. Die vergrijzing kan grote gevolgen krijgen. Sommige mensen vrezen dat zij of hun naasten niet de hulp krijgen die zij nodig hebben, omdat er onvoldoende personeel of geld voor is. En dat terwijl nu het water zorgverleners soms al aan de lippen staat. Samen kunnen we voorkomen dat de zorg vastloopt.

In het kort:

  • In 2022 besloegen de netto medicijnuitgaven 5,8% van de totale zorguitgaven;
  • Medicijnen zijn dus geen groot onderdeel van het financiële probleem in de zorg, maar ze kunnen wél veel bijdragen aan de oplossing, bijvoorbeeld doordat ze zorgpersoneel uitsparen;
  • Ook vaccins besparen veel inzet van zorgpersoneel – en daarmee ook kosten.

Oplossing

Betere leefstijl, diagnostiek, behandelingen en medicijnen kunnen de zorg ontlasten. Daarom beschouwen wij medicijnen als een onderdeel van de oplossing. Daarvoor is natuurlijk goede samenwerking tussen overheid en zorgpartijen nodig, zoals beschreven in het Integraal Zorg Akkoord (IZA). Om dit te verbeteren, is het belangrijk dat de geneesmiddelensector bij deze samenwerkingsverbanden aan tafel zit. Dat is soms al het geval, maar bij IZA en het Landelijk Overleg Dure Geneesmiddelen (LODG) nog niet.

Vaccins

Hoeveel impact medicijnen of vaccins kunnen hebben op betaalbaarheid van de zorg, bleek heel duidelijk tijdens de coronacrisis. Alleen al in het eerste jaar van de vaccins voorkwamen ze 88.000 ziekenhuisopnames. In Europa hebben vaccins volgens de WHO 1,4 miljoen levens gered. Daarmee bespaarden ze veel leed, zorg en zorgpersoneelskosten. En dat terwijl de vaccins hooguit enkele tientjes per stuk kostten. Twee geneesmiddelenbedrijven boden ze zelfs zonder winstoogmerk aan.

De uitgaven van een medicijn zijn vaak makkelijker in kaart te brengen dan het geld dat ze besparen. Denk bijvoorbeeld ook aan cholesterolverlagers, hiv-medicijnen en gewichtsverlagende medicatie. Maar dat wil niet zeggen dat die besparingen er niet zijn!

Feiten

  • Hoewel er de laatste jaren steeds betere medicijnen op de markt gekomen zijn (denk aan kanker, reuma, hiv, migraine, hepatitis C) beslaan de netto medicijnuitgaven nog steeds niet meer dan 5,8% van het totale zorgbudget (bronnen: fiROM en GIP Databank). Dat blijkt uit analyse van het laatste jaar waarover alle data zijn verwerkt: 2022. Dit percentage is al jaren stabiel.
  • Per inwoner zijn de medicijnuitgaven de laatste achttien jaar niet gestegen, blijkt uit een analyse die Het Financieele Dagblad maakte. In de periode 2006-2023 steeg dat bedrag weliswaar van € 300 naar € 450, maar na inflatiecorrectie is sprake van een gelijkblijvend bedrag.
  • Wel is het zo dat Nederland steeds meer inwoners krijgt. Vooral het aantal ouderen blijft toenemen. In 2040 is ongeveer een kwart van de bevolking 65 jaar of ouder. De vergrijzing is een belangrijke oorzaak voor de oplopende medicijnuitgaven. Niet als percentage van het zorgbudget, maar in absolute zin.
  • Dit effect zien we terug in ziekenhuizen. De medicijnuitgaven voor kostbare medicijnen per ziekenhuispatiënt daalden in de periode 2017-2021 met zo’n 2% per jaar, naar € 7.393 per jaar in 2021. Maar het aantal ziekenhuispatiënten dat kostbare medicijnen gebruikt, steeg in diezelfde periode met 8% per jaar, naar 352.000 per jaar. (Bron: NZa). Daardoor ontstaat in ziekenhuizen een reëel probleem, vooral omdat zij zich qua uitgaven moeten richten op de nullijn.
  • Nederland scoort internationaal goed, als het gaat om beheersing van de medicijnuitgaven ten opzichte van het totale zorgbudget (als percentage). In Europa heeft alleen Denemarken heeft een nóg lager percentage dan Nederland.
  • Gemiddeld is dat percentage in Oeso-landen 15,3% (bron: FD, Oeso).