Ik hoefde alleen nog een paar essentiële experimenten te doen en dan kon ik mijn persoonlijke beursaanvraag indienen. Maar aangezien ik de veroudering van hart en bloedvaten bestudeerde, lieten deze laatste essentiële experimenten behoorlijk op zich wachten. De muizen voor mijn onderzoek moesten namelijk een leeftijd hebben van minimaal 19 maanden.
Gelukkig was dit in het voorjaar van 2020 eindelijk het geval! Ik had de experimenten tot in detail gepland, alles zou perfect samenkomen. Ik zou de versuikering (glycosylatie) van specifieke eiwitten in de ruimte tussen de cellen van de bloedvaten (extracellulaire matrix) vergelijken bij jonge en oude muizen. Dit met de hulp van Mass Spectometry, een techniek die door het beschieten van eiwitten met elektronen, kleinere stukjes eiwit creëert met een heel specifieke massa en lading. Hierdoor kunnen we exact herleiden van welk eiwit het fragment afkomstig is en of dit stukje eiwit versuikerd is. Een verschil in versuikering van eiwitten kan mogelijk bijdragen aan de veroudering van bloedvaten.
Hiermee kon ik het belang aantonen voor mijn vervolgonderzoek naar versuikering van eiwitten in de extracellulaire matrix in cardiovasculaire veroudering. Dé beursaanvraag voor mijn opstap naar zelfstandig onderzoeker! Maar toen was daar … de pandemie.
De pandemie die alle postdocs in ons lab plots op verlof zette; betaald worden door de overheid om niet te werken. Voor vier à vijf maanden. Mijn experimenten mochten dus niet worden uitgevoerd. Door COVID en Brexit werd het vrijwel onmogelijk om mijn beursaanvraag te schrijven. Zonder het uitvoeren van de laatste essentiële experimenten was de beursaanvraag niet robuust genoeg. Ook al liep mijn contract pas af in april 2021, het ging niet lukken om voor die tijd de experimenten uit te voeren. Ik voelde me enigszins verbitterd en gedesillusioneerd. Want: wat nu? Terug naar het ziekenhuis? Opnieuw beginnen met een tweede postdoc? Waren er nog andere opties?
Tijdens mijn opleiding geneeskunde kregen we vrijwel alleen carrièrepaden aangeraden die naar het ziekenhuis leidden. De farmaceutische industrie staat binnen de opleiding geneeskunde niet bepaald positief aangeschreven. Tijdens mijn werk als arts en onderzoeker ben ik grootgebracht met de quote: ‘Je verkoopt je ziel als je bij een farmaceut in dienst gaat’. En: ‘Het belang van winst maken staat altijd boven het belang van de patiënt’, werd tegen ons gezegd. Ik was volkomen onbekend met de farmaceutische industrie en enkel geleid door vooroordelen, maar besloot toch de stap naar deze sector maken.
Ziel verkopen? Niets is minder waar! Een wereld ging voor me open, de wereld van klinisch onderzoek! Tijdens mijn eerste maanden heb ik vaak teruggedacht aan mijn eerdere ervaring bij het starten van mijn klinische opleiding in het ziekenhuis. De veelvoud aan afkortingen en protocollen vlogen me weer om de oren. Maar er was gelukkig ook veel ruimte, tijd en begeleiding om me wegwijs te maken in het landschap van de klinische studies. Er komt bizar veel kijken bij het ontwikkelen van nieuwe medicijnen. Van wetenschappelijke achtergrond, preklinische studies naar ontwikkeling en indiening van studieprotocollen bij FDA en EMA, en van lokale wettelijke en ethische regulatie naar operationele aspecten en monitoren van effect en veiligheid… En dit moet natuurlijk allemaal zo snel en efficiënt mogelijk, dus er is continu tijdsdruk. De drijfveer achter deze tijdsdruk is voelbaar, en anders dan ik zo bevooroordeeld had ingeschat. De drijfveer is de patiënt!
Waarom duurt het dan toch vaak lang voor een nieuw medicijn beschikbaar is?
Pas nadat een potentieel geneesmiddel effectief en veilig lijkt in preklinische studies, wordt het voor het eerst in mensen getest.
Dat het middel veilig en effectief in proefdieren blijkt, wil nog niet zeggen dat het medicijn ook veilig en effectief is in mensen. Om dit stapsgewijs te testen, zijn er verschillende fasen van klinische studies. En hoe meer mensen je blootstelt aan een nieuw geneesmiddel om aan te tonen dat het middel effectief is, hoe groter de kans is dat je ook bijwerkingen gerelateerd aan veiligheid vindt. Het is dan erg belangrijk om te achterhalen of deze bijwerkingen te maken hebben met het geteste geneesmiddel. Pas als alle verschillende fasen van klinische studies zijn doorlopen, wordt een uitgebreid rapport ingediend bij de FDA of EMA. Deze keuren het potentiële geneesmiddel al dan niet goed voor een bepaalde indicatie.
Preklinisch onderzoek binnen de geneesmiddelensector is gericht op het vinden van nieuwe medicijnen. Preklinisch onderzoek binnen academische instellingen is, naast het vinden van nieuwe medicijnen, wellicht meer gericht op het begrijpen van een gezond en ziek orgaan. Samenwerking lijkt mij van groot belang voor het doen van nieuwe ontdekkingen die tot betere behandelingen voor patiënten kunnen leiden. De academische instellingen missen immers vaak de geoliede operationele infrastructuur om zo snel mogelijk een grote klinische studie van de grond te tillen. Samenwerking tussen patiënten, artsen en de farmaceutische industrie is dan ook essentieel om ervoor te zorgen dat de juiste wetenschappelijke innovaties zo snel én veilig mogelijk bij patiënten terechtkomen. Weg met de vooroordelen, gebruik elkaars krachten, samen staan we sterk!
Marieke Rienks
Medical Advisor Oncology Sanofi