De gezondheidszorg toekomstbestendig maken, zodat patiënten toegang houden tot de zorg die zij nodig hebben. Dat is een grote maatschappelijke opgave waarvoor alle partijen in het zorgveld nodig zijn. De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) heeft de ambitie om daaraan bij te dragen als bruggenbouwer, maar dit blijkt geregeld een uitdaging. De vandaag gepubliceerde jaarrapportage van het onafhankelijk Adviescollege staat geheel in het teken van de samenwerking met partijen uit het zorgveld.
Om haar aandeel te pakken in het verbeteren van de samenwerking, heeft het VIG-bestuur aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) om advies gevraagd: hoe kan de VIG een betekenisvolle en productieve rol spelen voor zowel haar leden, de politiek, het zorgveld en de samenleving.
Uit de inventarisatie van de NSOB blijkt dat partijen in het zorgveld de innovatiekracht van de sector loven, maar kritiek hebben op het verdienmodel dat hiermee gepaard gaat. De sector zou onvoldoende oog hebben voor maatschappelijke verantwoordelijkheid. Deze bevindingen heeft het Adviescollege ertoe doen besluiten om samenwerking als thema te nemen voor de jaarlijkse zelfevaluatie door de leden. Deze zelfevaluatie vormt het hart van de jaarrapportage.
Het VIG-bestuur betreurt de perceptie bij belanghebbenden. ‘Alle partijen in het zorgveld streven hetzelfde doel na: de gezondheid en het welzijn van mensen en de maatschappij verbeteren. Onze leden zijn vernieuwende bedrijven die daar een cruciale bijdrage aan leveren’, aldus VIG-voorzitter Mark Kramer. ‘Daar bestaat, ook in het essay, geen twijfel over bij belanghebbenden. Behalve voor patiënten, hebben de bedrijven ook een verantwoordelijkheid voor de eigenaren van de bedrijven – de aandeelhouders. Het verwijt dat zij het enige belang van de bedrijven zijn, is onterecht.’
Tegelijk neemt Kramer de kritiek van belanghebbenden serieus. ‘We hebben sinds 2020 een maatschappelijke Code die helder maakt vanuit welke waarden de sector werkt: integriteit, transparantie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en kwaliteit. Al onze leden hebben deze Code ondertekend. Een onafhankelijk Adviescollege ziet toe op de naleving ervan. Het is belangrijk om krachtig op te treden wanneer er signalen komen van gedrag dat mogelijk in strijd is met waarden in de Code. Daar zijn nog stappen in te zetten.’
Naar aanleiding van het NSOB-essay heeft het VIG-bestuur een adviesaanvraag ingediend bij het onafhankelijk Adviescollege van de VIG. Daarin vraagt het bestuur om te onderzoeken welke mogelijkheden het Adviescollege ziet om de maatschappelijke dialoog van de sector met haar externe belanghebbenden te verbeteren. Hugo Hurts, voorzitter van het Adviescollege, vindt dit een positief teken: ‘Goed dat de VIG deze stap onderneemt en haar eigen rol evalueert.’
‘We hebben niet de illusie dat wij dit even gaan oplossen’, licht Hurts toe. ‘Wat we wel kunnen doen, is komen met voorstellen als mogelijk begin van een proces ter versterking van het vertrouwen. Om meer inzicht te krijgen in de onderlinge samenwerking, hebben wij dat als thema genomen voor de jaarlijkse zelfevaluatie door de leden. We hebben de leden langs drie waarden uit de maatschappelijke Code van de sector laten reflecteren op die samenwerking en hun verantwoordelijkheden daarbinnen.’
Op basis van de zelfevaluaties en gesprekken heeft het Adviescollege een beeld kunnen vormen over de pijnpunten. Zij spreekt in haar tussentijdse advies over een prisoner’s dilemma waarmee de VIG, haar leden en de andere partijen die zijn betrokken bij de toelating van nieuwe innovatieve geneesmiddelen tot het verzekerd pakket te maken hebben. Hurts licht dit toe: Door samen te werken, zijn er belangrijke voordelen te behalen, met name op het gebied van voorspelbaarheid van doorlooptijden en kosten. Daardoor kunnen geneesmiddelen sneller beschikbaar komen voor de patiënt. Samenwerken heeft alleen kans van slagen wanneer je elkaar basaal vertrouwt en nieuwsgierig bent naar wat de ander beweegt. Daarvoor moet elke partij uit zijn eigen hokje komen en naar de ander luisteren. Maar om uit dat hokje te durven komen, is er vertrouwen nodig. Zo blijven partijen in een onwenselijke situatie gevangen.’
In het tussentijds advies aan de VIG en haar lidbedrijven adviseert het college om te werken aan het verbeteren van het vertrouwen. Daartoe schetst zij twee wegen. Ten eerste, als sector spreken met één stem bij monde van de VIG. En ten tweede, aanscherpen van het beleid rond de Code. Hoe kan het Adviescollege beter in staat worden gesteld om toe te zien op naleving van de Code? En wat kan de VIG doen wanneer er signalen komen dat een lidbedrijf handelt in strijd met de waarden uit de Code?
In afstemming met de leden verkent de VIG momenteel hoe beide wegen concreet vorm kunnen krijgen. Daarnaast zet het Adviescollege haar onderzoek en gesprekken voort om over enkele maanden tot een vervolgadvies te komen. De VIG kijkt uit naar dit advies om opnieuw stappen te zetten in de richting van een goede samenwerking. Haar ambitie is met andere partijen om tafel gaan. ‘We willen meedenken en meepraten over actuele medische en maatschappelijke kwesties en om bij te dragen aan oplossingsrichtingen. Want’, zo concludeert Kramer, ‘we hebben elkaar nodig om zo goed mogelijke zorg aan patiënten te leveren en de zorg toekomstbestendig te maken.’