Met het voorkomen van miljoenen sterfgevallen heeft het programma bijgedragen aan een wereldwijde daling van 40% in zuigelingensterfte en zelfs 52% in Afrika. Voor elk vermeden sterfgeval zijn gemiddeld 66 jaren aan volledige gezondheidswinst gewonnen. Dat komt neer op een totaal van 10,2 miljard gezonde levensjaren.
Deze positieve bijdrage van vaccinaties aan de volksgezondheid blijkt uit een recente studie naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van het wereldwijde vaccinatieprogramma. Wetenschappers van de WHO verrichtten een modelstudie waarin ze met wiskundige en statistische modellen de gezondheidswinst van vijftig jaar vaccineren bepaalden, in vergelijking met een hypothetisch scenario zonder vaccinaties. De resultaten van het onderzoek werden in het toonaangevende tijdschrift The Lancet gepubliceerd.
Die vergelijking toont aan dat de vaccinatie tegen mazelen de meeste sterfgevallen heeft voorkomen (ruim 60%); naar schatting 93,7 miljoen in de afgelopen vijftig jaar. Ook de vaccinaties tegen tetanus (27,9 miljoen), kinkhoest (13,2 miljoen) en tuberculose (10,9 miljoen) voorkwamen talloze overlijdens.
‘Behalve dat zij miljoenen levens hebben gered, hebben vaccinaties ook voor een enorme gezondheidswinst gezorgd. Er zijn miljoenen mensen niet of minder ziek geworden. Dat betekent minder druk op de zorg en de zorgkosten, en ook minder kosten door verlies van productiviteit en leefgenot. Onderschat deze positieve effecten ook niet. Dat gaat wereldwijd om heel veel menselijk geluk en financieel om vele miljarden euro’s’, schat Bertens.
De WHO lanceerde in 1974 het Uitgebreid Programma voor Immunisatie (EPI). Doel was om levensreddende vaccins toegankelijk te maken voor alle kinderen wereldwijd. Aanvankelijk richtte het programma zich op vaccins tegen ziekten zoals difterie, tetanus, kinkhoest, polio, mazelen en tuberculose. Door de jaren heen is het programma uitgebreid. Het omvat nu ook vaccins tegen andere gezondheidsbedreigende ziekten, zoals hepatitis B, Haemophilus influenzae type B, en meningitis.
Hoewel het EPI wereldwijd succes heeft geboekt, zijn er nog steeds regio’s waar de vaccinatiegraad lager ligt dan gewenst. Dat is voornamelijk te wijten aan politieke instabiliteit, gebrekkige gezondheidszorginfrastructuur en sociale onrust.
De auteurs van het onderzoek benadrukken daarom de noodzaak om te blijven investeren in vaccinatieprogramma’s, om de geboekte gezondheidswinst te behouden en te vergroten. Zij zien uitbreiding van het vaccinatieprogramma met nieuwe vaccins, zoals vaccins tegen het humaan papillomavirus (HPV) en malaria, als een belangrijke stap om ook in de toekomst nog meer levens te redden.