VIG-reactie op bericht Zorginstituut
De VIG reageert daarmee op het bericht dat het Zorginstituut Nederland vandaag publiceerde, met als kop ‘Minder medicatie, zelfde effect’ en de bijbehorende adviezen over off-label gebruik van geneesmiddelen. Een lagere dosering kan soms gepast zijn, maar kostenbesparing mag daarvoor niet de primaire reden zijn, vinden wij. Daarbij moeten in alle gevallen zorgvuldige en heldere uitgangspunten in acht worden genomen. De VIG onderschrijft de randvoorwaarden die het Zorginstituut schetst voor doelmatig off-label gebruik van geneesmiddelen.
Bij doelmatig en gepast medicijngebruik kan het gaan om diverse aspecten. Zoals: krijgt de juiste patiënt het juiste middel op het juiste moment? Maar bijvoorbeeld ook over de behandelduur, de beste dosering en de periodes tussen de doseringen. Biomarkers en data over de effectiviteit van een medicijn in de klinische praktijk, helpen om vooraf beter te kunnen voorspellen bij welke patiënt de kans op een succesvolle toepassing het grootst is.
Een arts kan op basis van een medische afweging voor een individuele patiënt afwijken van de bij de EMA (na jarenlang klinisch onderzoek) geregistreerde label. Maar voordat er, op grond van vervolgonderzoek, een aanpassing in de behandelrichtlijnen kan komen, is er meer nodig.
Soms leiden aanpassingen tot kostenbesparingen. Maar kostenoverwegingen alleen mogen nooit de reden zijn om te sleutelen aan bijvoorbeeld doseringen of gebruik. Met die uitgangspunten denkt de geneesmiddelensector graag mee over vervolgonderzoek in de praktijk – en de daaruit voortvloeiende aanpassing van richtlijnen. Deze adviezen van ZiN zijn wat de VIG betreft een belangrijk startpunt voor samenwerking met het veld.
Het ministerie van VWS is bezig met een nieuw stelsel voor de vergoeding van nieuwe, door de EMA geregistreerde medicijnen. In dat nieuwe stelsel moet al in een veel vroeger stadium kunnen worden bepaald welke onzekerheden in de klinische praktijk moeten worden onderzocht. Dat betekent dat een middel voorwaardelijk kan worden toegelaten, onder de voorwaarde dat er een studie wordt gedaan.
De VIG vindt dit een interessante denkrichting. Dit kan de klinische praktijk verbeteren, omdat de studies vóór registratie nooit één-op-één gelijk zijn aan de praktijksituatie. De VIG steunt een doorontwikkeling en verbreding van de regeling voor voorwaardelijke toelating (VT-regeling), ook om artsen en patiënten sneller over medische innovaties te kunnen laten beschikken.