In haar rapport ‘van patent tot concurrentie’ stelt de NZa (1) op basis van een onderzoek naar zeven selectief gekozen geneesmiddelen dat Nederland lang hoge prijzen betaalt voor ‘dure’ geneesmiddelen en dat prijzen na patentverloop dalen. De NZa-analyse is niet representatief en ontbeert de zo noodzakelijke bredere blik op de waarde van geneesmiddelen: voor patiënten, voor de zorg en voor de maatschappij.
Het goede gesprek
De door de NZa onderzochte geneesmiddelen lijken te zijn gekozen vanwege de totale uitgaven aan deze middelen, maar zeggen niet zoveel over het systeem als geheel of over de achterliggende redenen die de innovatiebescherming van de ontwikkelaars verklaren. De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) betreurt het dat de NZa door deze eendimensionale studie vooruit loopt op het MAUG-traject en zo het noodzakelijke goede gesprek ontmoedigt.
Er is een immers terechte discussie over de toegankelijkheid en houdbaarheid van de zorg. We leven langer, we hebben meer chronisch zieken en er komen (gelukkig) meer nieuwe behandelopties. De echte uitdaging is hoe we in Nederland de beste zorg aan patiënten kunnen blijven leveren, ook in de toekomst, zonder dat we daarbij ons solidaire zorgsysteem verliezen.
Blik vooruit
Wat de VIG betreft zijn er in drie randvoorwaarden voor toekomstbestendig geneesmiddelenbeleid.
- Een brede (feitelijke) blik op geneesmiddelen
Er moet meer aandacht komen voor de toegevoegde waarde van geneesmiddelen. Daarbij moet ook worden gekeken naar wat inzet van deze middelen oplevert: voor de patiënt, voor de zorg en voor de maatschappij. Vanuit een macroperspectief.
- Ruimte voor innovatie
Geneesmiddelenontwikkeling is onzeker, duurt lang en kost veel geld. Bescherming door octrooien is cruciaal om innovaties mogelijk te blijven maken. Deze bescherming is niet alleen bedoeld is om gemaakte kosten te dekken, maar vooral bedoeld om het risico van investeren in nieuwe behandelingen enigszins beheersbaar of zelfs mogelijk te maken. En daarmee de sector aantrekkelijk te houden voor externe investeerders, waaronder onze pensioenfondsen.
- Een toekomstbestendig toelatingssysteem
De ontwikkelingen in geneesmiddeleninnovatie gaan gelukkig snel. Het is daarom in ieders belang dat het toelatings- en vergoedingsbeleid toekomstbestendig is. Daar wordt onder coördinatie van het Zorginstituut aan gewerkt. De VIG levert hier een constructieve bijdrage aan en heeft een gespreksdocument gepubliceerd waarin de kansen en risico’s voor een nieuw stelsel en mogelijkheden tot samenwerking met andere partijen worden verkend.
Uitgaven in (macro)perspectief
- Na inflatiecorrectie zijn de medicijnuitgaven per inwoner in de afgelopen 18 jaar gelijk gebleven. (2)
- Met ca 6% van het totale zorgbudget is Nederland na Denemarken het land met de laagste uitgaven aan geneesmiddelen in Europa. (3)
- In de sluis wordt gemiddeld door de overheid in 2022 46% prijskorting onderhandeld ter waarde van 892 miljoen euro. Via het ministerie van VWS vloeit dit bedrag terug naar zorgverzekeraars. (4)
- In 2022 waren de netto uitgaven aan intramurale add-on geneesmiddelen in Nederland 2.59 miljard euro. (5)
- Bescherming intellectueel eigendom is cruciaal om geneesmiddelenonderzoek in de EU en Nederland te behouden. Een enquête van begin april liet zien dat €100 miljard aan investeringen in Europa op de tocht staan door wankel beleid op o.a. intellectueel eigendom. (6)
Bronnen: