Peter Bertens
09-07-2024

Van grondstof tot tablet en injectie

Een ‘foto’ van de Nederlandse geneesmiddelenproductie

Er is een enorme groei zichtbaar bij de geneesmiddelenproductie in Nederland. Dat blijkt uit een inventarisatie van KPMG in opdracht van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG): de ‘Footprintstudie Geneesmiddelen in Nederland’. Manager innovatie & business climate Peter Bertens: ‘En dit kan nog verder groeien, zeker op het terrein van de gen- en celtherapieën.’

 

In Nederland produceren 36 fabrikanten geneesmiddelen met een productiewaarde van € 6,8 miljard. Niet niks voor zo’n klein landje. ‘Wij kunnen als groeiende sector een belangrijk onderdeel zijn van de toekomstige Nederlandse economie. Maar, in tegenstelling tot grote blikvangers als ASML en Koninklijke Hoogovens, laten we dat als geneesmiddelensector nog niet altijd zien. We zijn bescheiden’, zegt Bertens. Niet terecht, vindt hij. ‘Neem het feit dat tijdens de pandemie maar liefst drie van de COVID-vaccins in Nederland gemaakt werden. Dat is veelzeggend.’

Minder afhankelijkheid

De Nederlandse geneesmiddelensector biedt alle facetten van het productieproces; van grondstof en hulpstof tot geneesmiddel in bulk hoeveelheden en in kant en klare tabletstrips en injectiespuiten. Maar ondanks dat is Nederland voor zijn geneesmiddelenvoorziening afhankelijk van andere landen. Bertens: ‘Dat is gezien het internationale karakter van geneesmiddelproductie niet vreemd. Vaak bestaat geneesmiddelproductie uit een aantal stappen, die op verschillende plaatsen in de wereld worden uitgevoerd. Naast voldoende ruimte en mensen om de middelen te produceren, is een goede infrastructuur dan ook essentieel’.

Bertens is blij met de toenemende aandacht voor geneesmiddelproductie. ‘Allereerst is geneesmiddelproductie een belangrijke economische activiteit, die zich kenmerkt door het (vaak) duurzame karakter en de hele hoge waarde die elke werknemer toevoegt aan het product. Dat laatste is vooral belangrijk omdat we weten dat de beroepsbevolking in Nederland af zal nemen: je zult dus met minder mensen je geld moeten verdienen en dan is een hoge toegevoegde waarde belangrijk. Daarnaast kun je door meer geneesmiddelen in je eigen land produceren, je afhankelijkheid van andere landen verkleinen. Zeker bij middelen zonder ingewikkelde chemische productiestappen.’

Groeiende werkgelegenheid

Bertens concludeert dan ook dat er genoeg mogelijkheden zijn. ‘Maar om te weten waar je je als Nederland op moet richten, zul je eerst moeten weten hoe het er nu voor staat. Vandaar deze Footprintstudie.’ Uit de studie blijkt dat er op dit moment 10.400 full-time banen in de geneesmiddelproductie zijn. Een aantal dat snel stijgt, door de recente en aanstaande opening van celtherapie fabrieken van Kite Pharma (Gilead), Johnson & Johnson en BMS. Het gaat hierbij voornamelijk om banen op het MBO niveau: 58 procent van alle banen zijn voor technici en ander personeel op MBO niveau bedoeld.

Voorwaarden voor verdere groei

Het rapport gaat ook in op zaken die we moeten aanpakken om de groei van de sector verder te stimuleren. ‘Hierbij spelen een aantal basale punten, zoals de beschikbaarheid van voldoende ruimte en capaciteit op het electriciteitsnetwerk. Ook heeft de sector een grote behoefte aan gespecialiseerd personeel, die vaak uit het buitenland moet worden aangetrokken. De 30 procent-regeling is voor ons dus van levensbelang,’ concludeert Bertens.

Daarnaast is een lokale afzet markt belangrijk. ‘Maar daar zijn hobbels. Voor generieke fabrikanten zijn de lage prijzen een issue. En bij de innovatieve geneesmiddelenbedrijven zijn de lange tijden voordat nieuwe producten in het verzekerde pakket terecht komen een punt van zorg. We hebben zelfs voorbeelden van geneesmiddelen die wèl in Nederland worden gemaakt, maar niet in Nederland worden gebruikt. Dat is eigenlijk niet uit te leggen’, vindt Bertens.

Unieke samenwerking

De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen is ook verheugd met de samenwerking tussen de VIG en andere organisaties, waaronder de ministeries van Economische Zaken en Volksgezondheid. Bertens: ‘Vaak zie je dat elke stakeholder zijn eigen rapport gaat maken. Dat is in mijn ogen niet efficiënt, zorgt vaak voor veel discussie achteraf en bemoeilijkt de samenwerking die nodig is voor verbeteringen. Daar hebben we hier geen last van.’ Bertens voorziet dat dit helpt bij het concreter maken van maatregelen die de verdere groei van de sector aanjagen en ziet uit naar de komende maanden waar dit verder vorm moet krijgen.

Lees verder

Stevige basis voor groei Nederlandse medicijnproductie