Vaccinontwikkeling

Vaccinontwikkeling

Vaccinaties vormen een effectieve bescherming tegen infecties met virussen en bacteriën. Ze verlichten ook de druk op het gezondheidssysteem en -budget. Daarom is het belangrijk dat toelatingsprocedures worden versneld, zodat vaccins na registratie sneller beschikbaar zijn voor de Nederlandse burger.

In Nederland zijn door vaccinatie ziektes als difterie en tetanus nagenoeg verdwenen en polio, mazelen, bof en rode hond zeldzaam geworden. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben vaccins na schoon drinkwater de grootste impact op de mondiale gezondheid. Wereldwijd worden jaarlijks twee à drie miljoen levens gered.
De VIG vindt dat vaccins een essentiële bijdrage leveren aan de volksgezondheid. Vaccins redden levens en leiden tot kostenbesparingen, zowel in de zorg als daarbuiten. Ze passen ook in het beleid van de overheid, dat steeds meer gericht is op preventie. Het is dan ook belangrijk dat nieuwe vaccins snel beschikbaar zijn.

Meer mogelijk
Door wetenschappelijke en technische doorbraken heeft de ontwikkeling van nieuwe vaccins een enorme vlucht genomen: wereldwijd zijn er op dit moment ruim tweehonderd vaccins in ontwikkeling tegen 25 infectieziekten. Daar komt de speurtocht naar de ontwikkeling van een vaccin tegen COVID-19 nog bij.

Tijdrovend
Vaccinontwikkeling is ingewikkeld en tijdrovend. Normaal duurt het tien à vijftien jaar voordat een nieuw vaccin kan worden geregistreerd. Punt van aandacht is dat vaccins normaal gesproken gegeven worden aan gezonde mensen. Veiligheid en zo min mogelijk bijwerkingen zijn daarom nog belangrijker dan bij medicijnen. Een vaccin moet een medische behandeling voorkomen, en dient dus preventief te werken. Dit heeft gevolgen voor het onderzoek naar nieuwe vaccins. Om aan te tonen dat proefpersonen beschermd worden tegen ziekte, zijn grotere onderzoeken nodig dan bij gewone geneesmiddelen.

Fases
De basis van vaccinontwikkeling is fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, waarin voldoende kennis over de ziekteverwekker verzameld wordt. Er moet eerst een uitgebreid onderzoeksprogramma komen:

  • De start vindt plaats in het laboratorium, met biologisch en chemisch onderzoek, computeranalyses en dierproeven waarbij de kandidaat-vaccins getest worden op veiligheid. Dit duurt twee tot vijf jaar.
  • Vervolgens wordt het kandidaat-vaccin in drie fasen klinisch onderzoek getest. Bij elke fase wordt de groep proefpersonen die het vaccin krijgt groter. Tijdens deze klinische fasen wordt de veiligheid en effectiviteit van het vaccin onderzocht. Bijwerkingen worden nauwkeurig genoteerd.
  • In de derde klinische fase wordt ook onderzocht wat het optimale toedieningsschema is. Deze klinische fase duurt tussen de zes tot negen jaar. Voor het totale traject zijn tussen de 3.000 en 50.000 proefpersonen nodig. Het slagingspercentage van het onderzoek is zeer laag: meer dan 90% van de kandidaat-vaccins valt af omdat ze niet veilig genoeg zijn of onvoldoende werken.
  • Na ontwikkeling moet het vaccin op grote schaal worden geproduceerd. Dit kan maanden duren, zoals bij de productie van het jaarlijkse griepvaccin (tussen het besluit tot productie en aflevering bij de huisarts kunnen zeven maanden liggen). Na afloop van het onderzoek beoordelen regulatoire instellingen (zoals de Europese Geneesmiddelenautoriteit EMA en de Amerikaanse FDA) de onderzoeksresultaten, en bepalen ze of een vaccin effectief en veilig is. Na positief advies van de EMA en goedkeuring van de Europese Commissie is een vaccin in principe beschikbaar voor patiënten.
  • Vervolgens besluit elk land of en hoe een vaccin ter beschikking van de bevolking komt. In Nederland kan het opgenomen worden in het Rijksvaccinatieprogramma. Deze vaccinaties worden vergoed. Niet-vergoede vaccins zijn soms via de (huis)arts te krijgen.

COVID-19
In 2020 werd de wereld op z’n kop gezet door COVID-19. De snelle verspreiding van het virus en de ernst van de infectie heeft wereldwijd tot tientallen miljoenen infecties en bijna anderhalf miljoen doden geleid (dd november 2020). Zorgsystemen in veel landen bleken de toestroom van patiënten niet aan te kunnen, waardoor overheden genoodzaakt waren maatregelen te nemen die tot veel maatschappelijke en economische schade leidde. De farmaceutische industrie werkt vanaf het begin van de pandemie hard aan de ontwikkeling van een COVID-19 vaccin. Op 21 december 2020 gaf de Europese Commissie toestemming voor voorwaardelijke toelating van het eerste coronavaccin in Nederland, ontwikkeld door Pfizer/BioNTech. Ondertussen worden meer dan vijftig experimentele vaccins getest op mensen.

Oplossingsrichting

  • Versnel de procedures voor toelating van nieuwe vaccins tot het verzekerde pakket.
  • Zet in op meer publiek-private samenwerking bij de ontwikkeling van vaccins
  • Verruim het Rijksvaccinatieprogramma’s.
  • Zet ook speciale programma’s op voor andere leeftijdsgroepen, zoals ouderen.

Lees hier de Q&A over coronavaccins

Zie ook Preventie