In Nederland gelden heldere afspraken en regels inzake vergoedingen voor dergelijke ‘publiek-private samenwerking’.
Universiteiten, ziekenhuizen, de overheid en bedrijven hebben elkaar hard nodig, als het gaat om medicijnontwikkeling. Alleen door expertise en middelen van deze partijen te bundelen, kunnen geneesmiddelen ontwikkeld worden en uiteindelijk op het juiste moment de juiste patiënt bereiken. In Nederland gelden heldere afspraken en regels inzake vergoedingen voor dergelijke ‘publiek-private samenwerking’.
Ons land heeft een unieke uitgangspositie voor een intensieve samenwerking tussen publieke en private partijen bij geneesmiddelontwikkeling. Op een zeer compact geografisch gebied zitten tal van universiteiten, ziekenhuizen, startups, grotere bedrijven en patiëntenorganisaties, die zowel zelf geneesmiddelen ontwikkelen als diensten daarvoor aanbieden. Daardoor kunnen we elkaars kennis en expertise optimaal benutten, dubbel werk voorkomen en relatief snel en efficiënt geneesmiddelen ontwikkelen.
Een sterk voorbeeld van een publiek-private samenwerking op het gebied van de ziekte van Alzheimer is het ‘ABOARD-project’. Dit initiatief van Alzheimer Nederland, een landelijk consortium bestaande uit meer dan 30 publieke en private partijen, heeft als doel om samen een behandeling op maat te ontwikkelen voor alzheimerpatiënten om zo dementie tegen te gaan en daarmee de kwaliteit van leven te bevorderen. Verschillende partners uit de geneesmiddelensector zijn hierbij aangesloten, met als doel om mogelijke toekomstige geneesmiddelen tegen de ziekte van Alzheimer op het juiste moment bij de juiste patiënt te kunnen inzetten.
Veel universiteiten zijn succesvol in het ontdekken van oorzaken en gevolgen van ziekten. Soms komen ze tijdens dit zogeheten preklinisch onderzoek stoffen op het spoor die mogelijk doorontwikkeld kunnen worden tot een geneesmiddel. Dat geneesmiddelonderzoek, in drie klinische fasen, vindt plaats volgens zeer strakke protocollen, bedoeld om veiligheid en effectiviteit te onderzoeken. Klinisch onderzoek wordt vooral opgezet door bedrijven; academische instellingen hebben vaak niet de kennis, infrastructuur en financiële middelen voor dit type onderzoek, dat per klinische fase grootschaliger wordt. Dit vraagt om grote, risicovolle en langdurige investeringen, vaak honderden miljoen euro’s. Bedragen die universiteiten doorgaans niet hebben, maar aandeelhouders van grote bedrijven wel. Toch kunnen bedrijven dit ook niet alleen. Zo hebben zij ziekenhuizen nodig voor het testen van potentiële medicijnen bij patiënten.
Publieke en private partijen streven er, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, naar om de juiste behandeling voor de juiste patiënt beschikbaar te krijgen, op een snelle en tegelijkertijd zorgvuldige manier. Behandelaars schrijven een geneesmiddel alleen voor op basis van wetenschappelijk bewezen effectiviteit en veiligheid van dat middel.
De wet en zelfregulering zorgen ervoor dat de samenwerkingen verantwoord en transparant plaatsvinden, waarbij patiëntbelang en integer handelen voorop staan. Om dit mogelijk te maken, zijn er strenge afspraken gemaakt rond publiek-private samenwerkingen, waaraan alle partijen zich houden en die uiteindelijk leiden tot waardevolle uitkomsten. Voor elke kennisuitwisseling, zoals een ontdekt medicijn of dienstverlening van een arts aan een farmaceut, wordt de instelling of arts vergoed. Voor artsen gelden hier zelfs vastgelegde maximum uurtarieven voor.
Over nieuwe medische ontwikkelingen en inzichten moet er kennisuitwisseling zijn op bijvoorbeeld wetenschappelijke bijeenkomsten, zodat voorschrijvers kunnen bepalen wat de beste behandeling voor hun patiënt is. Onderzoekers uit industrie en academie houden hier lezingen over hun onderzoek, dat mogelijk in samenwerking met of namens een farmaceut plaatsvindt. Deze educatieve dienstverlening geldt als werk, waar tijd en expertise wordt gestopt. Dit verdient een gepaste en reële vergoeding, waarvoor maximale uurtarieven zijn vastgelegd. Deze (financiële) relaties zijn volledig openbaar. In het Transparantieregister Zorg is namelijk voor iedereen te zien welke betalingen zorgverleners, zorginstellingen en patiëntenorganisaties krijgen van leveranciers. Het ministerie van VWS evalueert de werking van het Transparantieregister jaarlijks.
Soms wordt gezegd dat overheden ‘dubbel betalen’ voor nieuwe medicijnen. Eerst doen publieke organisaties met overheidssubsidie onderzoek naar nieuwe medicijnen. En als het medicijn dan uiteindelijk op de markt komt, moet de overheid opnieuw in de buidel tasten, zo luidt de kritiek. Dit is te kort door de bocht. Bedrijven betalen (soms veel) geld voor uitvindingen die op universiteiten gedaan worden, wat geregeld wordt in licentiecontracten. Daarnaast zijn deze uitvindingen nog lang geen geneesmiddel. Er moet nog fors worden geïnvesteerd in extra onderzoek. Amerikaanse onderzoekers hebben in 2021 onderzoek gedaan naar 18 geneesmiddelen die ooit op de universiteit zijn ontdekt. In totaal was hier $ 670 miljoen aan publiek geld bij betrokken. Voor de succesvolle doorontwikkeling was echter nog $ 44,2 miljard aan privaat geld voor nodig.