Het verhaal van Ferry Cornelissen en Romy Smith (AstraZeneca)

‘Wij geven niet op tot alle patiënten gelijke toegang hebben tot de best mogelijke diagnostiek’

Ferry Cornelissen en Romy Smith zijn Diagnostics Manager bij AstraZeneca. ‘Dat is lang niet overal een standaard functie. Eigenlijk is het best uniek dat twee mensen zich primair met diagnostiek bezig houden op onze oncologie-afdeling’, zegt Ferry. Romy vult aan: ‘Dat doen we vanuit de medische inhoud. We volgen de wetenschap en nieuwste ontwikkelingen in de diagnostiek en ondersteunen de ziekenhuizen met het opzetten, implementeren en verbeteren van diagnostische processen.’

Patiëntenzorg en implementatie komen samen

Voordat Ferry in 2018 startte bij AstraZeneca, was hij als postdoc werkzaam bij het Erasmus Medisch Centrum. Hij deed hier onderzoek naar het immuunsysteem, op het snijvlak van weefselschadeherstel & oncologie. ‘Ondanks dat dit me goed af ging, had ik behoefte aan verbreding. Bovendien wilde ik dichter bij het daadwerkelijk verbeteren van de patiëntenzorg staan. Ik was op zoek naar een rol met een bredere inhoud. Als Diagnostics Manager kan ik die inhoud combineren met het verbreden van mijn persoonlijke kennis en vaardigheden.’

Romy volgde een andere aanvliegroute voordat ze in 2019 terecht kwam bij AstraZeneca. ‘Mijn hart heeft eigenlijk altijd bij de patiëntenzorg gelegen, alleen wist ik al snel dat ik zelf geen dokter wilde worden. Daarom heb ik een biomedische opleiding gevolgd en ben vervolgens gaan werken voor een consultancybureau. Daar heb ik een paar mooie projecten in de zorg gedaan, maar ik miste uiteindelijk de brug naar hoe je innovaties ook echt bij de patiënt kunt krijgen. Bij AstraZeneca krijg ik de kans om meer te werken aan de implementatiekant.’

Ferry: ‘We vullen elkaar goed aan, juist omdat we een andere achtergrond hebben. Beide zijn essentieel om voor elkaar te krijgen dat er beweging komt in het zorglandschap. We zijn een ontzettend goed duo, toch Romy?

Romy (lachend): ‘Daar sluit ik me helemaal bij aan!’

Patiënt onbekend

Er is volgens Ferry en Romy nog (te) weinig aandacht voor het juist inschatten van en inspelen op de consequenties van nieuwe behandelmogelijkheden voor de inrichting van de diagnostiek. ‘In het geval van een PARP-remmer bijvoorbeeld moet je weten of patiënten een bepaalde genmutatie hebben, dat is immers de reden waardoor hun DNA-herstelmechanisme niet goed werkt. Een PARP-remmer grijpt juist aan op dat mechanisme om tumorcellen te doden. Dat is een bijzondere innovatie, maar dan moet je die mutatie wel eerst herkennen. En daar heb je een DNA-analyse voor nodig.’

Romy: ‘Om dat goed te implementeren zijn er eigenlijk nog niet zoveel processen opgetuigd. En dat is precies de kern van ons werk: hoe kunnen we ervoor zorgen dat de diagnostiek op orde is, zodat de patiënten ook toegang krijgen tot het voor hen best mogelijke middel en vervolgbehandeling? Wij zorgen ervoor dat alle betrokken partijen rondom de diagnostiek, en het speelveld ertussen, geïnformeerd worden, zoals voorschrijvend artsen, laboratoria, pathologen, klinisch genetici, klinisch chemici, maar ook mensen die betrokken zijn bij de vergoeding van een medicijn én van de diagnostiek.’