Met veel belangstelling heb ik het Kamerdebat over geneesmiddelen gevolgd vorige week. We zagen een zakenkundige minister, die met gezag en kennis antwoorden geeft op alle uiteenlopende vragen uit de kamer en die daarbij adequaat wordt ondersteund door zijn ambtenaren. Duidelijk een man met een missie die weet waar hij het over heeft door zijn achtergrond als arts en bestuurder in de zorg. Een compliment is wat mij betreft dan ook zeker op zijn plaats. Dat we over een aantal zaken anders denken of een andere visie hebben, zoals de lange tijd die het kost in Nederland om patiënten te kunnen behandelen met innovatieve en soms levensreddende geneesmiddelen, staat hier even los van.
In het debat gaf de minister aan dat hij een beleidsadvies heeft gevraagd aan de NZa, het Zorginstituut en de ACM over maatschappelijk aanvaardbare prijzen van geneesmiddelen. Dit advies wordt over een jaar verwacht.
Graag neem ik alvast een voorschot op dit advies. Ik hoop dat de NZa, het Zorginstituut en de ACM deze eerste input meenemen en ons betrekken in hun ronde langs de velden. Laat ik starten met aan te geven dat we het een belangrijk onderwerp vinden, zelfs zo belangrijk dat we twee jaar geleden ons onafhankelijk adviescollege van de Code, bestaande uit Andre Rouvoet, Cathy van Beek en Koos van der Hoeven, hebben gevraagd ons te adviseren over hoe om te gaan met verantwoorde prijsstelling. Op basis van hun advies en na stemming onder onze leden hebben we onze Code hierop aangepast en is de volgende norm - als onderdeel van de kernwaarde maatschappelijke verantwoordelijkheid - opgenomen:
Wij willen zorgen voor maatschappelijke aanvaardbaarheid van onze nieuwe geneesmiddelen door een verantwoorde prijsstelling, waarbij rekening wordt gehouden met de waarde van het nieuwe geneesmiddel voor patiënt en samenleving, alsook met een redelijke bijdrage aan onze (toekomstige) innovatie.
Als je de toelichting erbij leest, beschrijven we dat de maatschappelijke aanvaardbaarheid van nieuwe innovatieve geneesmiddelen onder druk kan komen te staan vanwege betaalbaarheid. Volgens mij zitten we daar dus helemaal op één lijn met de minister.
Op dit moment kennen we een beoordelingssystematiek waarbij een verantwoorde prijsstelling rekening houdt met de waarde van het geneesmiddel voor de patiënt en de samenleving. Dit hangt onder meer af van de onbeantwoorde medische behoefte en de therapeutische waarde voor de patiënt, die aan het geneesmiddel wordt toegekend. De prijs mag de omvang van de vraag reflecteren en een waardering bevatten van innovatie. Daarbij is het maatschappelijk gewenst dat in de prijs ruimte wordt gevonden om de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen te stimuleren. Met daarbij de onderkenning dat een geneesmiddel een beperkte periode exclusieve bescherming geniet, wat betekent dat na deze periode de prijs daalt.
Over het algemeen staat Nederland bekend als een land waar een snelle prijserosie en aanzienlijke besparingen worden gerealiseerd als de exclusiviteit afloopt. Met de recente tekorten wordt duidelijk dat de prijzen inmiddels zijn gedaald tot een niveau dat ons land onaantrekkelijk maakt voor generieke fabrikanten, om te concurreren of prioriteit aan Nederland te geven. Het is dan ook een gezamenlijke uitdaging om Nederland aantrekkelijk te houden door ruimte en geld beschikbaar te stellen voor innovaties. Met behoud van de generieke geneesmiddelen voor morgen én een goede controle op het zorgbudget.
Een oplossingsrichting zou kunnen zijn dat verantwoorde prijsstelling niet alleen wordt gebaseerd op de hoogte van de publieke prijs en het aantal patiënten. We moeten kijken naar het totale plaatje. Zo kunnen en moeten we meer inzetten op pay for perfomance. Uitkomstgerichte en duurzame zorg moet een vast onderdeel zijn van de afwegingen. Daarnaast is ook van belang het stimuleren van therapietrouw, doelmatig en gepast gebruik, en de rol die geneesmiddelen kunnen spelen bij het voorkomen van zorg en het besparen van arbeid. En vergeet niet de invloed van geneesmiddelen op zorgoptimalisatie. De maatschappelijk aanvaardbare waarde wordt immers niet alleen bepaald door de feitelijke prijs van het geneesmiddel. Als de waarde duidelijk is en we deze kunnen toelichten, ben ik ervan overtuigd dat de prijs ook erkend wordt. Onze aanbeveling blijft wel om deze afwegingen niet alleen te beperken tot geneesmiddelen, maar dit ook breder te trekken richting andere zorg en behandelingen.
Als hier ruimte voor komt in het advies, dan zien we het met vertrouwen tegemoet!
Carla Vos
Adjunct-directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen