Rutte sprak tijdens de VIG Talk op 24 september. Dit online event draaide deze keer om toegang tot innovatieve medicijnen. De andere spreker was Michel van Agthoven (Director External Affairs bij Janssen).
Rutte doelde op in september verschenen publicaties van hoogleraar Carin Uyl- de Groot en EFPIA.
Slechter dan Polen
‘Het technische deel van de toegang, de market access, dat gaat nog wel’, zei Rutte. ‘Daarna, in het informele gedeelte, gaat het bij ons in Nederland echt mis. Een nieuw geneesmiddel registreren is één ding, maar dan moeten artsen het nog daadwerkelijk gaan voorschrijven aan hun patiënten. In dat opzicht scoren wij qua snelheid slechter dan bijvoorbeeld Polen.’
Te lang op de plank
‘Innovaties blijven in Nederland te lang op de plank liggen’, zei Van Agthoven. ‘Er wordt wel gezegd dat dit komt doordat de Europese EMA wat langzamer werkt dan de Amerikaanse FDA. Maar het echte probleem zit in de periode ná de registratie.’
Van Agthoven refereerde aan de Beleidsregel dure geneesmiddelen uit 2006, die rond 2012 een vroege dood stierf. ‘Het idee was toen dat je een geneesmiddel meteen na registratie toeliet in het verzekerd pakket, waarna de fabrikant drie of vier jaar kreeg om in de praktijk de doelmatigheid van het middel aan te tonen.’
Dat verplichtte alle veldpartijen om optimaal te focussen op de toegevoegde waarde van het medicijn, aldus Van Agthoven, die graag iets soortgelijks terug ziet komen.
‘We moeten echt af van die eenzijdige focus op kosten. Wat brengt dit medicijn op voor de patiënt en de maatschappij, dáár zou de discussie veel meer over moeten gaan. Dat moet je afzetten tegen de kosten.’
Duits model
Gerard Schouw, directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) en dagvoorzitter van de VIG Talk, kijkt in dit verband met veel interesse naar het Duitse model, dat ook wordt genoemd in Zorgkeuzes in kaart, een ambtelijke verkenning van mogelijke beleidsopties voor de komende kabinetsperiode.
‘De Duitse overheid zegt klip en klaar dat een innovatief geneesmiddel binnen één maand na de EMA-registratie beschikbaar moet zijn voor de patiënt. Dat is daar bij wet geregeld. Onderhandelingen over de prijs beginnen pas daarna, als er ook steeds meer data over het effect van dat medicijn beschikbaar komen. Daar kunnen wij wat van leren.’
Arno Rutte beaamde dat het Duitse model voor versnelling zorgt, maar maakte er ook een kanttekening bij. ‘Als je zo grondig kijkt naar de effecten in de praktijk, kan soms ook blijken dat het geneesmiddel onvoldoende toegevoegde waarde heeft. Dan moet je ook bereid zijn om het van de markt te halen.’
Zelfreflectie
Rutte liet ook op andere momenten in de VIG Talk blijken dat zelfreflectie voor élke stakeholder van groot belang is, om samen verder te kunnen komen.
‘Het helpt niet om beschuldigend naar elkaar te blijven wijzen. De overheid zegt nu dat farmaceuten de prijzen moet laten dalen, terwijl de geneesmiddelenbedrijven zeggen dat de overheid de procedures moeten versnellen. Het is constructiever om met elkaars problemen mee te denken, en daarbij ook patiënten te betrekken. Dan krijg je een ánder gesprek, dat een oplossing dichterbij brengt.’
Noden van ziekenhuizen
Kijk bij die dialoog vooral goed naar de voorspellingen van het Centraal Plan Bureau (CPB), waarschuwde Rutte. Hij wees erop dat die prognoses voor de periode van 2018 tot 2040 alarmerend zijn. Het aantal 75-plussers stijgt met 95%, het aantal mensen met dementie met 96% en het aantal mensen met meerdere chronische aandoeningen stijgt met 21%.
‘Die cijfers liegen er niet om’, stelt Rutte. ‘Dat betekent bijvoorbeeld dat je, als je écht in gesprek wilt gaan, met ziekenhuizen, je naar hun noden moet kijken. Het CPB zegt bijvoorbeeld ook dat er in die periode 135.000 mensen extra nodig zijn in de zorg. Die zijn er simpelweg niet, en die komen er ook niet.’
Betere medicijnen kunnen volgens Rutte, net als bijvoorbeeld meer zorg op afstand, een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing van dat knelpunt.
‘Dan ga je dus in gesprek met zo’n ziekenhuis. En je zegt: Ik zie dat er een probleem is op de arbeidsmarkt, mag ik met jou meedenken? Misschien kan mijn geneesmiddel daarin iets betekenen. Maar ik erken óók dat er een budgettair probleem is, dat jij wat vindt van mijn prijsvorming. Dan kom je samen een stap verder. Als je alleen maar blijft oordelen over elkaar, wordt de patiënt uiteindelijk de dupe.’
Silo’s
Van Agthoven signaleert dat de organisaties die in Nederland bij geneesmiddelen zijn betrokken nog te veel vanuit silo’s werken.
‘Ziekenhuizen moeten hun budgetten bewaken, dat kun je hen niet kwalijk nemen. Zij zijn helemaal niet bezig met de arbeidsbaten die hun behandeling wel of niet oplevert, want die prikkel zit niet in het systeem gebakken. Daarom moet je dus het systeem veranderen. Michael Porter, de goeroe op het gebied van uitkomstgerichte zorg, zegt dat je niet moet wachten tot het systeem klaar is. Het systeem is er namelijk nooit klaar voor. Je moet er gewoon aan gaan beginnen, met een kleine kopgroep. Een coalition of the willing.’
Rutte: ‘Misschien moeten we bij het Zorginstituut Nederland gewoon eens een vergoedingsdossier indienen volgens de traditionele methode én een variant volgens value-based healthcare. Ik snap dat dit bewerkelijk is, maar als je het goed doet, kan het veel verhelderen en in gang zetten.’
Zorgparagraaf
Gerard Schouw benadrukte dat de VIG in de nieuwe Toekomstagenda Geneesmiddelen stelt dat Nederland koploper in Europa moet worden, als het gaat om toegang tot innovatieve medicijnen. ‘Daarvoor hebben we alle ingrediënten in huis’, aldus Schouw, ‘we moeten ze alleen beter gaan benutten.’
Als dagvoorzitter vroeg Schouw tot slot aan Arno Rutte, voormalig Tweede Kamerlid voor de VVD, welke zin over medicijnen hij graag terug zou zien in de zorgparagraaf in het nieuwe regeerakkoord, komend voorjaar.
Rutte: ‘Ik denk dat daarin moet staan dat de overheid een taak heeft bij snellere toegang tot nieuwe medicijnen. Het is hoog tijd dat we dát zwart op wit zetten.’
Kort videoverslag VIG Talk 24 september
‘Every day counts’ – rapport Vintura
Rapport van hoogleraar Carin Uyl-de Groot