30-09-2020

Dorota Mazurkiewicz: ‘Nu glashelder hoe belangrijk innovatie is’

‘Nu is voor iedereen glashelder hoe belangrijk voortdurende innovatie bij medicijnen en vaccins is’, zegt Dorota Mazurkiewicz, bestuurslid van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). ‘De coronacrisis heeft ons die les hardhandig geleerd.’

‘De essentiële rol van medicijnen en vaccins in onze maatschappij geeft ons een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid’, zegt Mazurkiewicz, naast VIG-bestuurslid ook general manager van Biogen Nederland. ‘Dat betekent iets voor onze research & development, namelijk dat we continu vooruit moeten denken en moeten blijven investeren. Maar het betekent ook iets voor onze communicatie. Wij willen, zeker richting het algemene publiek, beter uitleggen wat we doen. Hoe belangrijk het bijvoorbeeld is dat je voldoende tijd neemt voor medicijn- en vaccinontwikkeling, omdat er tijdens testfases nog bijwerkingen boven water kunnen komen, en patiëntveiligheid altijd voorop dient te staan. Dat willen we niet alleen beter uitleggen, we willen er ook meer over in gesprék gaan met Nederlanders. Daarom beginnen we deze winter met een publiekscampagne.’

Van de plank af

Als die innovaties dan eenmaal ontwikkeld en geregistreerd zijn, duurt het soms toch nog enkele jaren voordat ze bij de Nederlandse patiënt zijn, vanwege lange vergoedingsprocedures en vertraagde opname in de richtlijnen en het voorschrijfgedrag van artsen.
‘In de nieuwe Toekomstagenda Geneesmiddelen 2021 – 2025 maakt de VIG echt een speerpunt van snellere toegang’, zegt Mazurkiewicz. ‘Daarover gaan we dit najaar al in gesprek met allerlei stakeholders. De patiënt heeft immers niets aan innovaties die op de plank blijven liggen. Het is hoog tijd om het hele systeem van toegang eens kritisch door te lichten, vooral met het oog op de opkomst van bijvoorbeeld gentherapie en personalised medicine.’

Ondernemersland

Mazurkiewicz beseft dat het – juist in tijden van crisis – van groot belang is om snel kennis te delen met andere bedrijven en kennisinstellingen.
‘Soms zijn bedrijven daar terughoudend in, omdat ze met een schuin oog kijken naar hun business model. Maar daar kun je vooraf goede afspraken over maken, we zijn tenslotte een ondernemersland! Uiteindelijk komen we allemaal verder met samenwerking. Daar zie je nu natuurlijk al goede voorbeelden van. Kijk bijvoorbeeld naar de samenwerking van de University of Oxford met AstraZeneca, en de samenwerking tussen Pfizer en BioNTech, bij de ontwikkeling van coronavaccins.’ Ook Biogen werkt bij de ontwikkeling van een medicijn tegen dementie nauw samen met een ander bedrijf, Eisai. Mazurkiewicz: ‘Sommige uitdagingen zijn gewoon te groot om in je eentje snel en goed aan te pakken.’

Op elkaars schouders

Nederland heeft alles in zich om de medicijnhub van Europa te worden, zegt Mazurkiewicz.
‘Veel mensen kijken daarbij naar Boston, in de Verenigde Staten, als lichtend voorbeeld. Het hoofdkantoor van Biogen zit in de regio Boston, dus dat is voor mij een bekende locatie. Wat valt daar op? Niet alleen dat er een enorme concentratie van geneesmiddelenbedrijven, start-ups, ziekenhuizen en universiteiten op een beperkt geografisch gebied zit. Het zit óók in de manier van samenwerken. De verschillende bedrijven en instellingen beschouwen elkaar daar meer als partner dan als concurrent. In Nederland begint dat besef nu ook te groeien, maar daar mag nog wel een schepje bovenop. Als we op elkaars schouders gaan staan, worden we allemaal groter en sterker.’