Dat blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek van het Institute for International and Development Economics (IIDE) in opdracht van de Europese brancheorganisatie van geneesmiddelenbedrijven EFPIA. IIDE onderzocht de impact van Brexit op de Nederlandse economie als geheel en de geneesmiddelensector in het bijzonder. Daarbij vergeleek ze drie scenario's: geen overeenkomst tussen de EU en het VK, een eenvoudig vrijhandelsverdrag, een vrijhandelsverdrag met een mutual recognition agreement (MRA).
Het scenario met een vrijhandelsverdrag met een MRA is zowel voor de Europese Unie als het Verenigd Koninkrijk het gunstigst. Daarmee zijn er de gevolgen het minst negatief voor het bruto binnenlands product (BBP), export en productie. Zonder vrijhandelsverdrag zijn de EU en het VK minder concurrerend ten opzichte de VS, Zwitserland, Japan en China. De negatieve gevolgen van een no deal scenario kunnen oplopen tot een bedrag van 4,6 miljard per jaar voor de gehele Europese Unie.
De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen heeft eerder bij minister Blok van Buitenlandse Zaken aangedrongen op het spoedig afsluiten van een MRA voor Good Manufacturing Practices (GMP). Zo'n overeenkomst zorgt er onder andere voor dat geneesmiddelen niet meer hoeven te worden getest bij import en dat wederzijdse GMP-inspecties worden erkend. Op dit moment heeft de EU al MRA's over GMP gesloten met onder andere Zwitserland, de Verenigde Staten, Canada en Japan.
'Dit onderzoek bewijst dat het belang van het afsluiten van een MRA alleen nog maar groter is geworden', zegt Gerard Schouw, directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). De VIG roept de Nederlandse regering op om er bij de Europese Commissie op aan te dringen om zo spoedig mogelijk een MRA en een vrijhandelsverdrag met het Verenigd Koninkrijk af te sluiten.
Publicatie: Impact of the EU-UK future trade relationship on the European pharmaceutical industry