Het medicijn ligt als het ware een jaar op de plank voor het opgenomen wordt in het verzekerde pakket en patiënten het kunnen gaan gebruiken. Een nieuwe toegangsroute voor weesgeneesmiddelen, waarbij patiënten direct toegang hebben, is dus van belang. Onlangs is hiervoor het Orphan Drug Access Protocol (ODAP) opgezet. Helaas zijn de voorwaarden van deze regeling niet aantrekkelijk genoeg voor bedrijven. Het protocol lijkt al mislukt voordat het van start zou gaan.
Over de uitdaging zijn alle partijen in de zorg het eens: hoe zouden we weesgeneesmiddelen sneller beschikbaar kunnen maken voor patiënten? Zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars hebben hiervoor samen met het Zorginstituut een protocol voor ontwikkeld, om deze geneesmiddelen sneller bij de patiënt te brengen. Het idee is dat patiënten al meteen na markttoelating behandeld kunnen worden met het nieuwe weesgeneesmiddel. Artsen moeten bijhouden welk effect de behandeling heeft op de patiënten. Samen met de fabrikant wordt een protocol opgesteld, waarin staat wanneer te starten, te stoppen en wat het effect van de behandeling is.
Dit klinkt allemaal te mooi om waar te zijn. En dat is het helaas ook. Een pilotproject, om te kijken of het protocol kan werken, gaat mogelijk niet door. De huidige voorwaarden zijn zeer nadelig voor bedrijven die mee willen werken aan de pilot. Voor succes zijn de volgende randvoorwaarden cruciaal:
Eerste besprekingen tussen de opstellers van het ODAP-protocol en vertegenwoordigers van (leden van) de VIG zijn niet positief verlopen. Het ODAP-protocol kent in de huidige vorm geen flexibiliteit. Ook zijn er bij de VIG veel vragen over de juridische en procedurele opzet van het protocol.
FarmaFacts: Toegang weesgeneesmiddelen Nederland op laag niveau