Het Europese onderzoeksproject PANVIPREP is gisteren van start gegaan in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Het project heeft als missie om antivirale geneesmiddelen te ontwikkelen die Europa kunnen beschermen bij pandemieën. Binnen vier jaar moeten minstens twee middelen zijn opgeleverd.
De coronapandemie is, mede dankzij de snelle ontwikkeling van vaccins, relatief onder controle. Toch blijven wereldwijde virusuitbraken een grote bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Door verstedelijking, globalisering en klimaatverandering kunnen virusuitbraken sneller uit de hand lopen. Het is daarom belangrijk om voorbereid te zijn op een toekomstige virusuitbraak. Behalve vaccins, zijn daar ook krachtige en veilige antivirale middelen voor nodig.
Aan het project doen virologen, biochemici en farmaceuten mee uit veertien Europese landen. Hun gezamenlijke kennis beslaat de gebieden: virologie, eiwitchemie, medicinale chemie, farmacologie en AI-systemen. De Nederlandse partners in het project zijn het LUMC en Universiteit Utrecht.
Ook Johnson & Johnson Innovative Medicine is betrokken bij het project, met hun vestiging in het Belgische Beerse. De Nederlandse vestiging van Johnson & Johnson Innovative Medicine ontwikkelde een vaccin tegen het coronavirus. Vaccins zijn in dit onderzoeksproject buiten scope. De collega’s in België zijn expert op het gebied van antivirale middelen.
Op de website van het LUMC vertelt de coördinator van het project, hoogleraar virologie Eric Snijder, waarom het nodig is om nu antivirale middelen te ontwikkelen. Ten eerste kan er geen vaccin worden ontwikkeld tegen een onbekend virus. Wel kunnen antivirale middelen worden ontwikkeld met een zo breed mogelijke werking.
Ten tweede bestrijden vaccins en antivirale middelen een virus op een andere manier. Vaccins richten zich op de snel veranderende buitenkant van een virus, waardoor het vaccin na verloop van tijd minder effectief wordt. Antivirale middelen richten zich op bestanddelen die minder snel veranderen, waardoor zij zowel langer bruikbaar blijven als breder inzetbaar zijn tegen meerdere virussen uit dezelfde familie.