VIG-directeur Gerard Schouw: ‘De zorg staat voor grote uitdagingen. We moeten met elkaar een dreigend zorginfarct voorkomen, terwijl we komende jaren meer zorg zullen moeten leveren met minder mensen. Dat kan alleen door meer innovatie en door samen te werken. We zijn in Nederland tot grootse dingen in staat, als overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke partijen de handen ineen slaan. Dat kan en moet ook in de zorg, maar dit vereist wel een open blik op vernieuwing van ons zorgsysteem, onconventionele samenwerkingsverbanden en innovatieve zorg. Vanzelfsprekend moet en wil ook de geneesmiddelensector hierin haar verantwoordelijkheid nemen.’
De VIG pleit voor een andere blik op geneesmiddelen. Het woord ‘geneesmiddel’ komt bijna 50 keer voor in het IZA, maar vrijwel uitsluitend verbonden aan kosten en niet aan opbrengsten. Een gemiste kans, zeker omdat innovatieve geneesmiddelen tot baanbrekende resultaten en een fantastisch potentieel hebben voor de zorg. Er zijn recente voorbeelden te over: zo is de overlevingskans bij kanker wederom gestegen, grotendeels als gevolg van innovatieve behandelingen. Verder bieden baanbrekende cel- en gentherapieën patiënten zonder hoop toch weer perspectief en hebben de COVID-vaccins, die in recordtempo zijn ontwikkeld en uitgerold, wereldwijd 20 miljoen levens gered. De VIG mist dit cruciale perspectief in het IZA.
Schouw: ‘Goed en efficiënt gebruik van geneesmiddelen is cruciaal om de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg op peil te houden. Hetzelfde geldt voor slim pakketbeheer. Over de hele zorglinie zou het uitgangspunt moeten zijn dat zorg en behandelingen effectief zijn alvorens voor vergoeding in aanmerking te komen.’
De VIG doet verder drie verbetersuggesties voor het IZA: