Tussen het eerste vaccin uit 1796 en het meest recente coronavaccin, zit een reeks aan gezondheidswinnende en levensreddende vaccinaties. Pfizer heeft de bijzondere geschiedenis van vaccins op een rijtje gezet. Zo werd polio in de westerse wereld uitgeroeid, en het bedrijf produceerde zelf in 1963 een mazelenvaccin. Dat hielp de ziekte wereldwijd enorm te beteugelen; in Amerika daalde het met 90 procent.
Maar tijden veranderen. De M van mazelen werd onderdeel van de befaamde BMR-prik (Bof, Mazelen, Rode hond). Die deed ons het bestaan van de ziektes bijna vergeten. Maar sinds corona fluctueert de vaccinatiebereidheid. Dat was al zo bij groepen met een specifieke levensovertuiging, waardoor er bijvoorbeeld 10 jaar geleden een mazelenepidemie kwam met naar schatting 30.000 patiënten. Maar de groep vaccin-twijfelaars wordt breder. Het RIVM noemt bij coronavaccinatie de twijfels over langetermijneffecten en geen vertrouwen in het coronabeleid destijds als de twee belangrijkste redenen. Voor andere inentingen speelt bijvoorbeeld prikangst bij kinderen en een antroposofische inslag bij ouders een rol.
In 2022 was het percentage BMR-vaccinaties al gedaald naar 92,2 % en dit jaar blijft het vooralsnog onder de 90 procent. En dat is een probleem. Het gevaar: de groepsimmuniteit komt onder druk te staan, want daar is 95 procent vaccinatie voor nodig.
Ook onbekendheid met de gevolgen van een virus kan een rol spelen. Hoewel de HPV-vaccinatie voor jongeren gratis was, haalde slechts 60 procent van de meisjes en 50 procent van de jongens de twee prikken. Uit promotieonderzoek van kno-arts Femke Verhees (Maastricht UMC) bleek dat het verband tussen HPV en mond-keelholtekanker - en andere soorten kanker - nauwelijks bekend is. Grotere bewustwording kan volgens haar onderzoek de vaccinatiebereidheid vergroten en de kans op de ziektes enorm verkleinen.
Dat ook de politiek is overtuigd van het maatschappelijk belang hiervan, blijkt uit de aandacht voor gezondheid binnen de huidige verkiezingsprogramma’s. Van links tot rechts zetten diverse partijen in op investeren in (medische) preventie en toelating van bewezen effectieve middelen tot het basispakket. Het evalueren en aanpassen van het huidige preventiebeleid, inclusief het vaccinatiestelsel, is geen taboe. De link tussen partijvoorkeur en vaccinatiebereidheid tegen corona is overigens onderzocht in een RIVM-onderzoek. ‘Burgers met een hogere sociaaleconomische status en mensen die op rechts-liberale, links-progressieve en christelijke middenpartijen stemmen zijn vaker gevaccineerd,’ meldt NRC begin dit jaar. Een lagere vaccinatiegraad is te zien bij rechts-christelijke en rechts-conservatieve partijen. Ook minder enthousiasme voor inenting is er in wijken met mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. ‘Het verband tussen deze kenmerken en de vaccinatiebereidheid was vooral te zien bij mensen van vijftig jaar en ouder.’
Hanne Gerritsen is Director Vaccines & Primary Care bij MSD. Zij zegt over de vaccinatiegraad: ‘Die moet echt omhoog. Al was het maar omdat we met het voorkomen van ziekte een bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van de toekomstige druk in de zorg.’ Gerritsen geeft aan dat die vaccinatiegraad al twee jaar daalt in Nederland. ‘Bij de genoemde HPV ligt deze al jaren veel te laag. De preventieparadox lijkt een rol te spelen: juist omdát een preventieve maatregel goed werkt, kan die onnodig of overdreven overkomen. Ik weet zeker dat het zou helpen als mensen inzien hoe we eraan toe waren geweest zónder vaccins, als ze kunnen zien hoe de huid van iemand met bijvoorbeeld builenpest eruit ziet. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat veel mensen zich best willen laten vaccineren, als het maar laagdrempeliger was, bijvoorbeeld omdat het op school of bij de apotheek wordt aangeboden.’