‘Het klopt dat er grote uitdagingen op ons afkomen in de zorg’, zegt Mark Kramer, voorzitter Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). ‘Juist daarom is het zo belangrijk dat overheid, verzekeraars, artsen en geneesmiddelenbedrijven geen karikatuur van elkaar maken. En veel meer samenwerken dan we nu doen.’
Kramer reageert op een uitzending van het tv-programma Nieuwsuur, donderdagavond. In de reportage werd gesuggereerd dat artsen en bedrijven verschillende doelen hebben. ‘Dat doet de werkelijkheid geen recht’, zegt Kramer. ‘We willen allemáál primair patiënten een betere kwaliteit van leven geven. Polarisatie helpt ons niet vooruit.’
Er ontbraken belangrijke nuances in de reportage, stelt de VIG. Het feit dat ons land door de vergrijzing veel meer patiënten – en dus ook medicijngebruikers – telt dan vijf of tien jaar geleden, kwam bijvoorbeeld slechts in een bijzin aan de orde, terwijl dat ook een verklaring is voor hogere medicijnuitgaven. Wat de uitgaven voor oncologiemedicatie betreft: één blik op de GIP Databank maakt duidelijk dat ze sinds 2021 niet meer stijgen. Per patiënt daalden ze de laatste drie jaar zelfs, van €8.517 in 2021 naar €7.733 in 2023. Het aandeel van oncolytica-uitgaven in de medisch-specialistische zorg is al jaren ongeveer gelijk. Verder verwachten we de komende twee jaar op grond van EMA-data niet honderden, maar circa honderd nieuwe medicijnen tegen kanker op de markt. Een laatste onderbelichte nuancering is dat patiënten met kanker nu een betere kans op overleving hebben. Nieuwe immunotherapieën leverden daaraan een goede bijdrage.
‘Dit alles laat onverlet dat we een grote gezamenlijke uitdaging hebben, zeker in ziekenhuizen’, stelt Kramer. ‘Daar hebben we artsen, maar ook de innovaties en inzet voor doelmatigheid van bedrijven hard nodig. De vergrijzing zet verder door. En er komen krachtige, kostbare innovatieve therapieën tegen kanker bij, zoals CAR-T.’
Daarom is het goed om nog kritischer te kijken naar de doelmatigheid van nieuwe medicijnen. Zodat ze, onder voorwaarde van goed monitoren in de praktijk, wellicht sneller voorwaardelijk worden vergoed, om arts en patiënt eerder te ondersteunen.
Kramer: ‘Daar zijn wij als brancheorganisatie vóór, zoals we donderdag ook al meldden en onderbouwden. Bedrijven werken al frequent samen met artsen, om na registratie de doelmatigheid van medicijnen in de praktijk te toetsen en verbeteren. Dat kunnen we verder uitbouwen. We moeten en kunnen dit echt samen oplossen!’
Zie ook eerste VIG-statement over Nieuwsuur: 'Bedrijven zetten zich in voor doelmatig medicijngebruik'