Het tv-programma Nieuwsuur besteedt deze week aandacht aan nieuwe medicijnen. Daarbij komt onder meer aan de orde of farmaceuten bereid zijn zich in te zetten voor studies naar doelmatig gebruik, ná registratie en vergoeding van het medicijn. Het korte antwoord: ja, als daar een goede medische reden voor is.
Allereerst is het goed om duidelijk te definiëren waarover we praten. Bij doelmatig en gepast medicijngebruik kan het gaan om diverse aspecten. Zoals: krijgt de juiste patiënt het juiste middel op het juiste moment? Biomarkers en data kunnen helpen om dit aan te scherpen.
Bij doelmatig gebruik kan het ook gaan om bijvoorbeeld de behandelduur, de beste dosering en de periodes tussen de doseringen.
Al deze zaken kunnen invloed hebben op de werking en/of bijwerkingen van een medicijn. Daarom onderzoeken geneesmiddelenbedrijven deze aspecten uitgebreid vóór EMA-registratie. Dat doen zij in klinische studies waar wereldwijd vaak duizenden patiënten bij zijn betrokken, waarbij risico’s en baten van een medicijn worden afgewogen. Deze studies vergen circa 10,5 jaar[1] en grote investeringen.
Toch blijkt soms na registratie, ondanks alle zorgvuldigheid, dat vervolgonderzoek nodig is.
Het initiatief daartoe komt meestal van artsen, omdat zij in de praktijk zien hoe patiënten en subgroepen (ouderen, jongeren, mannen, vrouwen, enzovoort) reageren op de behandeling.
Op basis van een individuele afweging kan een arts voor een individuele patiënt op medische gronden afwijken van de behandelwijze. Maar voordat er een aanpassing in de behandelrichtlijnen kan komen, is er meer nodig. Een duidelijke medische aanleiding moet daarbij leidend zijn, omdat veiligheid en effectiviteit voor de patiënt altijd voorop staan. Verder is van belang dat de voorwaarden die gelden voor zo’n vervolgonderzoek in lijn zijn met het klinisch onderzoek dat vóór registratie is gedaan.
Onder die twee voorwaarden denkt de geneesmiddelensector graag mee over vervolgonderzoek. Maar wij zijn geen voorstander van aanpassingen in gebruik als dat niet wordt ondersteund door wetenschappelijk bewijs en gedegen onderzoek. Kostenoverwegingen alleen mogen nooit de reden zijn om te gaan sleutelen aan bijvoorbeeld doseringen of gebruik. Een aangepaste wijze van gebruik, op basis van wetenschappelijk bewijs, kan leiden tot lagere medicijnuitgaven. Dat is dan een gevolg, maar niet het primaire doel.
Er zijn allerlei voorbeelden van geneesmiddelenbedrijven die zich op deze wijze inzetten voor doelmatig gebruik van medicijnen, na registratie van nieuwe medicijnen. Opgezet door wetenschappers – investigator initiated trials, veelal met steun van de betreffende farmaceut – of opgezet door het bedrijf zelf. Hieronder een paar voorbeelden van dergelijke studies, om een indruk te geven.
[1] BIO, QLS Advisors, Informa (2021) Clinical Development. Success Rates and Contributing Factors 2011–2020.
Zie ook tweede VIG-statement over Nieuwsuur: 'Alleen samen komen we vooruit'
Rijzen medicijnuitgaven de pan uit? Lees de publicatie 'Medicijnmythes'