23-04-2019

Blog Aarnoud Overkamp: Verschraling

Afgelopen week was ik bij de presentatie van een boek over hemofilie. Patiënten met stollingsstoornissen blijken te worstelen met intimiteit. Een onderwerp waar je misschien niet als eerste aan denkt bij deze ziekte.

Dit illustreert dat we de zorg niet moeten inrichten op basis van aannames. We weten pas wat de patiënt belangrijk vindt, als we het hem gewoon vragen. Bij de boekpresentatie vertelde een patiënt dat hij recent drie keer extra naar het ziekenhuis moest, om opnieuw ingesteld te worden op zijn medicatie. Het ziekenhuis had namelijk een betere deal met een andere leverancier. Voordelig voor het ziekenhuis, nadelig voor de patiënt.

Diezelfde dag las ik een betoog van hoogleraar Pauline Meurs in Het Financieele Dagblad. Zij stelt dat het in de zorg te veel gaat over doelmatigheid. De doorgeschoten hang naar efficiency stuwt zorgbestuurders continu voort. Het moet anders, beter! Ze beschrijft ook hoe moe zorgprofessionals daar soms van worden. Waarom moet het altijd beter? Wanneer is het een keer goed? ‘Als het al anders zou moeten, laat dat dan vooral onderwerp van gesprek zijn tussen cliënt, mantelzorger en zorgverlener’, zegt Meurs.

Ook Sjoerd Repping van het Zorginstituut omschreef het mooi, vorige week. De Volkskrant tekende uit zijn mond op dat een focus op kwaliteit uiteindelijk altijd leidt tot lagere kosten. Dan kom je dus ook uit op kostenbeheersing, maar niet omdat dit het primaire doel is. Interessant. Zo zag ik in april diverse berichten waarin hetzelfde punt werd gemaakt: als kosten de primaire aandrijver van de zorg worden, trekt de patiënt vaak aan het kortste eind. Zo’n 90.000 diabetespatiënten stonden onlangs bijvoorbeeld op hun achterste benen, omdat zij van de verzekeraar moeten switchen naar een goedkoper middel. Dat pakt niet altijd goed uit.

Begrijp me goed: kostenbeheersing is ontzettend belangrijk, juist nu Nederland vergrijst en er steeds geavanceerdere medische technologieën komen. Maar verschraling ligt op de loer. Ik denk dat het tijd wordt dat de patiënt meer aan het woord komt. Gelukkig zien we daarvan al mooie voortekenen. Uitkomstgerichte zorg is bezig met een opmars. Deze week sprak ik een grote IT-dienstverlener over het ontsluiten van Patient Reported Outcome Measures, de PROM’s. Als we de data over behandelresultaten beter vastleggen, kunnen we gerichter aansluiten op patiëntbehoeften. Ook positief is dat minister Bruins het komend jaar regelmatig optrekt met twee patiënten, dankzij het kennerscadeau.

De patiënt wil dingen die we niet altijd verwachten. Kankerpatiënten die – vaak onverwacht – langer leven door nieuwe medicijnen gaven onlangs aan dat ze daar onzeker van kunnen worden. Hoe lang heb ik nou precies nog? Dat vraagt om psychische begeleiding. Dat is trouwens ook wens nummer één van twee hemofiliepatiënten die bij de boekpresentatie aan het woord kwamen: betere sociale en psychologische hulp.

Dat klinkt allemaal mooi, zult u zeggen, maar als we de behoeften van de patiënt echt leidend maken, moeten we wéér van alles veranderen. Klopt. Maar hadden we het niet van meet af aan zo moeten doen?

Aarnoud Overkamp,
bestuursvoorzitter Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen