In Nederland willen we uitgroeien tot Boston aan de Noordzee. Maar zoals ik al eerder schreef: er zijn meer kapers op de kust. Veel landen om ons heen proberen actief om Life Sciences-bedrijven aan zich te binden.
Eén daarvan is het Verenigd Koninkrijk Afgelopen juli presenteerde de Britse premier Boris Johnson zijn ambitieuze plan UK Life Sciences Vision. De resultaten lieten niet lang op zich wachten: de investeringen in de Britse Life Sciences-sector stegen in 2021 met maar liefst 60%!
Dit bedrag van (omgerekend) 6 miljard dollar aan investeringen betekent dat het Verenigd Koninkrijk is opgestoomd naar de vierde plaats wereldwijd: alleen Boston, San Francisco en China noteren hogere bedragen. Inmiddels hebben de Britten San Diego al achter zich gelaten.
Het Britse kabinet heeft dan ook een sterk stimuleringspakket gepresenteerd. Het kent bovendien een loopduur van tien jaar en biedt bedrijven daarmee voorspelbaarheid en stabiliteit. Ook durft de regering te investeren: voor veelbelovende bedrijven wordt bijvoorbeeld 1 miljard pond beschikbaar gesteld. Geen halve maatregelen!
Maar het bijzondere van deze LSH-visie is dat de overheid zich ook realiseert dat een bloeiende LSH- sector gebaat is bij goede toegang tot innovatie. En dat mogen we gerust baanbrekend noemen. Wij Britten zijn namelijk erg trots op onze vergoedingsautoriteit – de NICE – en al hun expertise op het gebied van gezondheidseconomie. Aanpassing van het vergoedingssysteem was dus altijd onbespreekbaar.
Tot nu. Het proces ging de afgelopen tijd volledig op de schop. Er komt bijvoorbeeld meer ruimte voor real world evidence, flexibiliteit en maatwerk. Het gevolg: snellere tijdlijnen.
Zo zorgen de plannen van de regering er niet alleen voor dat nieuwe medicijnen vaker in Engeland ontwikkeld en geproduceerd zullen worden – Britse patiënten zullen ze waarschijnlijk ook als een van de eersten in Europa kunnen gebruiken.
Ik vind dat we hier een voorbeeld aan mogen nemen. In de Nederlandse plannen voor een Boston aan de Noordzee moet er ook kritisch worden gekeken naar ons huidige stroperige vergoedingssysteem. Dat past niet bij een internationale innovatiehub.
Nieuwe medicijnen krijgen in Nederland te maken met een ondoorzichtig landschap vol formele en informele procedures, pilots en subsidieregelingen – ieder met eigen vereisten en tijdslijnen. Pogingen om dit proces te verbeteren, resulteren vaak in aanvullende maatregelen, uitleg en nog meer procedures. Zo bestrijden we complexiteit met nog meer complexiteit.
We moeten terug naar de tekentafel. In plaats van het bestaande systeem aan te passen, beginnen we met een leeg vel. Hoe ziet het vergoedingssysteem van de toekomst eruit? Laten we dat in Nederland bouwen.
Dat is gedurfd. Maar een gedurfd plan leidt tot resultaten. Dat is misschien wel de mooiste les die de Britse ervaringen ons leren.
Dorota Mazurkiewicz
(General Manager Biogen)