Een rapport uit mijn geboorteland Engeland onderstreept de potentie van de Nederlandse Life Science Sector. Maar het rapport maakt óók duidelijk dat we die potentie nog beter kunnen verzilveren in onze zoektocht naar economische groei, werkgelegenheid en hoogwaardige zorg.
In Nederland willen we uitgroeien tot Boston aan de Noordzee. Dat biedt veel voordelen: het maakt ons land gezonder, weerbaarder en welvarender. Maar er zijn meer kapers op de kust: ook andere landen willen zo’n vooraanstaande internationale positie.
Engeland is een van de landen die hoopt uit te groeien tot internationale medicijnhub. Dit land volg ik met bovengemiddelde interesse: niet alleen vanwege de recente Brexit, maar ook omdat ik er geboren en getogen ben.
Ik las dan ook met veel interesse het recent gepubliceerde jaarlijkse rapport van de Britse overheid over de Engelse Life Science sector. Aan de hand van vijftien indicatoren wordt onderzocht hoe sterk de sector is – en hoe deze zich verhoudt tot andere landen.
Nederland speelt als referentieland een prominente rol in het rapport. Dat maakt het ook interessant leesvoer voor ons in Nederland. Zelf concludeerden we al dat Nederland de potentie heeft uit te groeien tot het Boston van Europa, maar een kritische externe blik kan nooit kwaad!
Gelukkig concluderen ook de Britten dat Nederland zich in veel opzichten kan meten met de wereldtop. Ons opleidingsniveau en onze academische sector houden zich moeiteloos staande tussen de internationale grootmachten.
Een opvallende uitschieter is de Nederlandse geneesmiddelenexport: we benaderen zelfs het niveau van Amerika en laten daarmee Europese grootmachten als Frankrijk, Italië en Engeland achter ons. De export van medische technologie is zelfs nog indrukwekkender: andere Europese landen – met uitzondering van Duitsland – worden hier op grote achterstand gezet.
Een mooie opsteker, maar het Britse rapport maakt óók duidelijk dat we de potentie van de Life Science sector nog beter kunnen benutten. Of het nou gaat om de economische bijdrage, de werkgelegenheid of de deelname aan klinische onderzoeken: we doen het goed, maar het kan nog veel beter. Te vaak vinden we Nederland terug in de middenmoot.
Hoe kunnen we dit verbeteren? Een langjarig overheidscommitment blijft cruciaal, evenals een bundeling van alle lopende initiatieven in een Nationale Regietafel. We moeten de politieke durf hebben om ons land in elk opzicht concurrerend te maken én te houden.
Dat is een mooie opdracht voor het nieuwe kabinet. En we mogen gerust spreken van een ‘quick win’ in de zoektocht naar economische groei, werkgelegenheid en een hoogwaardige zorg!
Dorota Mazurkiewicz
(Managing Director Biogen)