Het was een opvallende oproep van John Nkengasong, directeur van Africa CDC. Ga maar na: in 2020, het eerste jaar van de pandemie, waren er überhaupt nog geen vaccins tegen het nieuwe virus. Dat leidde tot veel sterfte en een ongekend snelle ontwikkeling van nieuwe vaccins, waarvan de EMA er ruim een jaar geleden vier goedkeurde. Zo ontstond in 2021 een tweede uitdaging: hoe schalen we de productie zodanig op dat er genoeg vaccins zijn voor alle bijna 8 miljard wereldburgers?
Ook die tweede fase is inmiddels voorbij. Eind januari waren er 12 miljard vaccins geproduceerd, dat zullen er eind juni bijna 19 miljard zijn. Broodnodig, omdat er doorgaans minimaal twee vaccins per persoon nodig zijn om iemand behoorlijk te beschermen. Vaccineren is niet alleen van levensbelang voor al die individuele mensen. Het voorkomt ook dat het virus blijft rond gaan, waardoor er nieuwe mutaties blijven ontstaan. Het is al vaker gezegd: we zijn pas veilig als we allemáál veilig zijn.
Nu zijn we in fase drie aangekomen. Ontwikkeling en productie gaan uiteraard onverminderd door, maar de grootste bottleneck is nu het echt toedienen van al die vaccins. Elke maand komen er ruim 1 miljard vaccins bij, dat is zo’n 33 miljoen per dag. Maar hoe krijgen we al die prikken snel in de bovenarmen van mensen die ze hard nodig hebben? Vooral in lage- en middeninkomenslanden, veelal in Afrika, is dat geen sinecure.
Afrikaanse landen worstelen met diverse problemen die zijn samen te vatten als country readiness. Zo hebben landen een goede infrastructuur voor de distributie nodig. Daarbij gaat het om een strakke organisatie en planning, maar ook om praktische zaken als koelinstallaties en vrachtwagens. Verder is scholing van medisch personeel cruciaal. Maar dat is er vaak allemaal niet in die landen. Bovendien is er vaak nog een ander knelpunt, schreef minister Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) onlangs aan de Tweede Kamer: vaccinatiebereidheid. En dat heeft weer alles te maken met voorlichting en vertrouwen in de afzender. Steeds gaat het om maatwerk per land, per regio, per dorp zelfs.
Donderdag praat de minister met de Kamercommissie BHOS over de wereldwijde aanpak van COVID-19. Namens de brancheorganisatie van ruim veertig internationale geneesmiddelenbedrijven onderstreep ik alvast het belang van optimale country readiness. Wij werken daar graag aan mee, want niemand heeft iets aan vaccins die ergens tussen fabriek en bovenarm blijven steken.
Gerard Schouw,
directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)
*Deze blog verscheen eerder in Skipr.nl