23-08-2022

Blog Marco Frenken: Koesteren

Marco Frenken
Zomer 2022, ergens in Zuid-Europa. Terwijl ik menig Hollander hoor klagen over de apocalyptische temperaturen op hun vakantiebestemming (hoezo, waarom ga je dan naar het zuiden op vakantie? – maar dat terzijde) neem ik nog een verkoelende duik in het zwembad.

Ik oefen wederom mijn borstcrawl-techniek en vind dat ik na drie weken ‘trainen’ toch al op semiprofessioneel niveau door het water glijd. Wellicht helpt het dat het bad maar zeven meter lang en anderhalve meter diep is. Plots is er consternatie op het terrein. Ik ben op vakantie, dus ik zit beslist niet op gedoe te wachten, maar check toch maar even wat er aan de hand is. In de verte zie ik mijn gezinslid A op de grond zitten, met een gelaatskleur die het midden houdt tussen kleurloos en asgrijs. Het duurt dan ook even voordat ik door heb dat het echt A is en dat ik in actie moet komen.

Weer thuis in Nederland kijk ik terug op een onbetaalbare ervaring. In de uren en dagen die volgde op bovengenoemde consternatie heb ik van dichtbij mogen ervaren wat het is om zorg te ontvangen in een omgeving anders dan die van ons in Nederland.
Zo duurde het ruim een uur om per ambulance het ziekenhuis te bereiken. Je zal hier maar om acute zorg verlegen zitten… Vervolgens kwamen we aan bij een pand waarop de tanden des tijds zoveel grip hadden gekregen, dat ik bijna niet kon geloven dat de ambulance aldaar stilhield. Van binnen bleek de situatie zowaar nog erger: vieze vloeren, donkere gangen, kapot meubilair. Het duurde een eeuwigheid voordat een zorgverlener bereid was gevonden zich over A te ontfermen en in mijn ogen ontbraken in het huis de middelen om vervolgens moderne diagnostiek en eventuele behandeling te leveren. ‘Ik ben geen arts, wat weet ik er nou van?!’ maalde voortdurend door mijn hoofd, terwijl mijn zorg om het welzijn van A alleen maar toenam.

Inmiddels gaat het weer goed met gezinslid A (dank voor de interesse!) en dat is zeker ook te danken aan de zorg die is verleend in het lokale ziekenhuis. De aandacht die A uiteindelijk kreeg was warm en liefdevol, de middelen waren beperkt en sterk verouderd, maar desondanks adequaat als eerste hulp. Ik ben de lokale zorgverleners van mijn vakantiestekje dan ook eindeloos dankbaar voor de zorg die we hebben mogen ontvangen als gasten van hun land.
Maar man o man, wat hebben we het goed in Nederland! Hoewel elke blog over het Nederlandse zorgstelsel en haar belangrijkste spelers voor 95% handelen over wat er allemaal mis is in Nederland, wat er verrot, oneerlijk en niet in orde is, over wat er allemaal beter kan en moet (en ook ik zal u daar een volgende keer weer mee plezieren) is er zoveel meer dat we mogen vieren en bovenal moeten koesteren. Zorg in Nederland is van het hoogst denkbare niveau, wordt verleend onder de meest moderne omstandigheden, is beschikbaar voor vrijwel iedereen en bijna elk moment van de dag toegankelijk! Joni Mitchell zong ooit you don’t know what you’ve got ‘till it’s gone, en mijn uren in het Zuid-Europese ziekenhuis hebben me geholpen bovenstaande te beseffen.

Nu ik dit schrijf, is het hoogzomer in Nederland. Heerlijk bloedheet, het zwembad heb ik niet meer bij de hand, maar de zon in de bol des te meer. Ik schenk mezelf nogmaals een koel drankje in en toast op ons land, en hoe goed we het hier hebben! Volgende keer meer over wat me bezighoudt. De voorgenomen modernisering van het GVS bijvoorbeeld, die miljoenen patiënten hard dreigt te raken. Of die duizenden zeldzame ziekten, waarvoor we nog koortsachtig naar een goed medicijn zoeken. Als VIG blijven we alert op alle actuele onderwerpen, zeker nu de zomer bijna voorbij is!

Marco Frenken, voorzitter Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)