De mogelijkheden zijn er. Hartwig Medical Foundation en diverse andere labs kunnen het DNA analyseren op basis van een stukje tumor van een paar vierkante millimeter. Daarmee kan de oncoloog zijn strategie en dosering bepalen, samen met de patiënt. Is immuuntherapie de beste keuze voor de patiënt? Of juist een medicijn dat aangrijpt op een specifieke DNA-afwijking? De kans op een snelle, succesvolle behandeling wordt groter dankzij deze methode, die ook wel ‘brede moleculaire diagnostiek’ wordt genoemd. De meest uitgebreide vorm daarvan is whole genome sequencing.
Jaarlijks krijgen zo’n 124.000 Nederlanders de diagnose kanker. In de Volkskrant zei Hartwig-directeur Hans van Snellenberg dat hij inschat dat ruim 21.000 kankerpatiënten met uitzaaiingen baat kunnen hebben bij zo’n complete DNA-analyse.
De voordelen liggen wellicht voor de hand, maar ik som ze toch even op. Allereerst krijgt de patiënt zo natuurlijk meer mogelijkheden op een adequate en gerichte behandeling. De patiënt krijgt ook meer regie, aangezien de diagnostische informatie hem beter in staat stelt om afgewogen beslissingen en levenskeuzes te maken. Daarnaast vragen de huidige en aankomende generatie precisiemedicijnen om specifieke diagnostische informatie, zoals genmutaties. Als we samen de toegang tot brede moleculaire diagnostiek – die hiervoor nodig is – goed regelen, maken we bovendien ons land aantrekkelijker voor klinische studies. Dat betekent ook dat patiënten sneller toegang krijgen tot deze medicijnen. De data zijn bovendien van belang voor behandeling van toekomstige patiënten. Tot slot heeft vroege, correcte diagnostiek een positieve impact op de samenleving. We kunnen dan namelijk niet alleen onderbehandeling voorkomen, maar ook mogelijke overbehandeling uitsluiten. Dit zorgt er weer voor dat we zorgcapaciteit beter kunnen inzetten, dat de patiënt een groter deel van zijn arbeidsproductiviteit en levenskwaliteit behoudt, enzovoort.
De Volkskrant schreef er in januari al uitgebreid over. Na een aangenomen Kamermotie over dit onderwerp is het Zorginstituut gevraagd nader te kijken naar moleculaire diagnostiek. Maar er lijkt nog niet zo veel te zijn gebeurd. Waar wachten we nog op voor brede inzet van deze techniek? Zoals wel vaker bij baanbrekende innovaties, zijn er twee vijanden: onbekendheid en financiering. Aan grotere bekendheid van deze vorm van diagnostiek hoop ik met deze blog een steentje bij te dragen. En voor de financiering zijn nieuwe mogelijkheden. Sinds 1 januari wordt moleculaire diagnostiek al beperkt vergoed, bijvoorbeeld voor longtumoren. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) regelde dit via een zogeheten add on. Dat zegt iets over de waarde van dit instrument. Ik vermoed dat veel artsen dit nog niet weten, het is in ieder geval onduidelijk hoe vaak dit in januari al is ingezet. Bekend is wel dat oncologen van bijvoorbeeld het Antoni van Leeuwenhoek en het Erasmus MC deze techniek al gebruiken bij hun patiënten.
Mijn oproep is dan ook simpel. Ik hoop dat zo veel mogelijk artsen dit jaar de nieuwe mogelijkheden gaan benutten. En dat goed wordt geregistreerd hoe dit uitpakt, zodat de techniek steeds verder te verfijnen is. Dat is letterlijk van levensbelang voor patiënten van vandaag én morgen.
Mark Dekker,
bestuurslid Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)
Verantwoording bij add on (zie pagina 111 tot en met 114)
Zie ook: ‘Medicatie op maat dankzij DNA-profiel leidt tot minder ernstige bijwerkingen’ (NOS)
Carla Vos: ‘DNA- medicatiepas is geen sciencefiction meer!’