Als geneesmiddelensector steunen we een centrale toelatingsprocedure voor geneesmiddelen onder regie van de minister, maar maken we ons zorgen over de ongewenste effecten van deze sluisprocedure. Patiënten wachten gemiddeld bijna 600 dagen op nieuwe geneesmiddelen, een verdubbeling ten opzichte van enkele jaren geleden. De eenzijdige focus op kostenbesparing levert de maatschappij aan de ene kant geld op, maar kost tegelijkertijd duizenden levensjaren voor patiënten met vaak ernstige aandoeningen. Geld boven gezondheid dus.
Jaarlijks wordt in de ‘voortgangsbrief financiële arrangementen’ al uitgebreid gerapporteerd over de financiële opbrengsten van de sluisprocedures. De VIG is blij dat Equalis dit onderzoek heeft gedaan en hiermee ook de keerzijde in beeld heeft gebracht: gezondheidsverlies voor patiënten. Patiënten zijn de dupe van de bestaande procedure en wachten steeds langer op nieuwe geneesmiddelen, zo concludeert ook Equalis. Dit kan beter en sneller, maar alleen als alle partijen verantwoordelijkheid nemen: zowel de geneesmiddelensector als de overheid.
De toelating van nieuwe innovatieve geneesmiddelen is een lang en zorgvuldig proces waarbij het Zorginstituut beoordeelt of een geneesmiddel effectief is. Vervolgens onderhandelt de minister van VWS met de fabrikant over de prijs. Als geneesmiddelen uiteindelijk beschikbaar komen zijn ze daarmee per definitie veilig, bewezen effectief en hebben ze een maatschappelijk verantwoorde prijs. Wat de VIG betreft valt die conclusie moeilijk te rijmen met de wijze waarop het Zorginstituut in de Telegraaf reflecteert op de kwaliteit en prijs van geneesmiddelen.
De toelating en vergoeding van geneesmiddelen is een voorbeeld voor toekomstbestendig pakketbeheer. De VIG pleit voor een gelijk speelveld, waarbij ook andere zorg op dezelfde zorgvuldige manier wordt beoordeeld. Alleen zo kan worden beoordeeld hoe effectief en zinnig de inzet van bepaalde vormen van zorg is en of er sprake is van verdringing. Tot dezelfde conclusie komt ook Equalis en indirect ook het Zorginstituut zelf, dat eerder aangaf dat de helft van de ziekenhuiszorg niet bewezen effectief en dus ondoelmatig is.
Equalis stelt dat de (steeds) langere duur van de beoordelingsprocedure leidt tot gezondheidsverlies voor patiënten. De VIG vraagt al langere tijd aandacht voor de oplopende doorlooptijden en de gevolgen daarvan voor patiënten. Als alle betrokken partijen de in handen in één slaan kunnen we processen versnellen. De oplossing is simpel: introduceer een overbruggingsregeling met een tijdelijke, reële prijs waarmee geneesmiddelen wel direct beschikbaar zijn voor artsen en patiënten.
Vervolgens kunnen overheid en fabrikant op basis van daadwerkelijke uitkomsten een verantwoorde, finale prijs afspreken. Dit is al een gangbaar model in landen om ons heen. Daarmee sla je twee vliegen in een klap; verantwoorde prijzen en geen gezondheidsverlies voor patiënten die het middel hard nodig hebben. Tel uit je maatschappelijke winst!