De laatste cijfers van het RIVM laten zien dat het aantal positieve gevallen weer stijgt, zonder dat dit tot problemen in de ziekenhuizen zorgt. Bedrijven zijn hard bezig nieuwe vaccins te produceren die ook bescherming bieden tegen de nieuwste varianten van het COVID-19 virus, zodat kwetsbare mensen goed beschermd kunnen worden.
Intussen staat het virus zelf ook niet stil. Wekelijks worden nieuw varianten gemeld, waarvan er enkele de krant halen. De belangrijkste daarvan zijn twee omikron varianten: BA.4 en BA.5. En vorige week dook ook de BA.2.75 variant in Nederland op, met de inofficiële naam Centaurus.
Er ontstaan constant nieuwe varianten van het COVID-19 virus. Dit wordt veroorzaakt door foutjes die ontstaan tijdens het kopiëren van het RNA van het virus in de gastheercel. De meeste van deze foutjes leiden tot veranderingen (mutaties) die het virus geen voordeel, maar zelfs nadelen opleveren. Af en toe ontstaan er veranderingen die wel nuttig zijn voor het virus. Vaak zijn dit veranderingen die het voor het virus mogelijk maakt te ontsnappen aan het immuunsysteem van de mens. Hierdoor kan het zich beter vermenigvuldigen en zich ook beter verspreiden naar andere mensen. Dit leidt er toe dat in Nederland andere varianten rondgaan dan een aantal maanden geleden en dat mensen dus opnieuw geïnfecteerd kunnen raken met het COVID-19 virus. In Nederland is sinds begin juni de BA.5 variant dominant, zo blijkt uit een illustratie van het RIVM, die bij dit bericht is afgedrukt.
Wat betekent de opmars van de nieuwe varianten voor de zorg? De cijfers lopen de laatste maanden weer op, na de rustige maanden april en mei. Het aantal ziekenhuisopnames was medio mei heel laag; het gemiddelde lag toen onder de dertig. Ondertussen is deze waarde weer verdrievoudigd naar honderd op 10 juli. Wel lijkt het erop dat een infectie met omikron milder verloopt dan met de eerdere delta-variant. Toch blijft de druk op de ziekenhuizen hoog, ook door personeelstekort en de vakantietijd die is aangebroken.
Het ontstaan van constant nieuwe varianten heeft ook gevolgen voor de behandeling van COVID-19 patiënten. De buitenkant van omikron is anders dan die van eerdere COVID-19 varianten. Omdat sommige geneesmiddelen heel specifiek ontworpen zijn tegen bepaalde uitsteeksels van die buitenkant, kunnen deze hun werking verliezen bij een andere buitenkant. Dat zien we ook terug in studies: een aantal geneesmiddelen die gebaseerd zijn op antilichamen zijn minder of zelfs niet werkzaam tegen de omikron variant. Andere geneesmiddelen blokkeren de vermenigvuldiging van het virus. En alhoewel er ook veranderingen zijn in de onderdelen van het virus die dit proces regelen, zijn deze niet dusdanig dat de geneesmiddelen hun werking verliezen.
In Nederland houdt de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid de wetenschappelijke ontwikkelingen bij. Veranderende wetenschappelijke inzichten verwerken zij in de richtlijn die artsen gebruiken bij het behandelen van patiënten.
Vaccins tegen COVID-19 hebben ons veel gebracht. Engelse onderzoekers rapporteerden vorige maand in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift The Lancet dat in één jaar tijd naar verwachting 20 miljoen levens zijn gered door vaccins.
Maar het ontstaan van nieuwe varianten heeft gevolgen voor de effectiviteit van de vaccins. Recente gegevens laten zien dat de huidige vaccins minder effectief zijn in het beschermen van mensen tegen een infectie met een omikron variant. De vaccins bieden wel nog veel bescherming tegen ziekenhuisopname en dood. Maar dat is niet voldoende. Geneesmiddelenbedrijven werken daarom hard aan nieuwe vaccins, die óók de omikron variant aanpakken. Op dit moment worden deze al getest. Naar verwachting komen deze in de herfst beschikbaar en kunnen ze gebruikt worden als extra booster vaccinatie.
Voor een effectieve bestrijding van de pandemie is het belangrijk dat mensen over de heel wereld toegang hebben tot effectieve geneesmiddelen en vaccins. En dat is in het begin van de pandemie niet goed gegaan. Door gebrek aan productiecapaciteit, handelsblokkades en de gebrekkige gezondheidszorg in armere landen hadden veel mensen lang geen toegang tot een vaccin. Geneesmiddelontwikkelaars publiceerden vandaag een voorstel dat deze situatie in de toekomst moet voorkomen (Berlin Declaration). Voorgesteld wordt bij toekomstige pandemieën een deel van de productiecapaciteit te reserveren voor lage- en middeninkomenslanden. Gezondheidsautoriteiten zouden een belangrijke rol moeten spelen bij de bepaling waar deze vaccins worden ingezet. De bedrijven vragen verder de hulp van de G7 en G20 landen voor flankerend beleid, om bijvoorbeeld handelsbarrières te voorkomen en de infrastructuur in lage- en middeninkomenslanden te verbeteren, zodat de vaccins ook effectief in te zetten zijn.
Natuurlijk kan niemand in de toekomst kijken. Het zou kunnen dat er meer omikron varianten ontstaan, die nog meer afwijken van het oorspronkelijke virus. Maar het kan ook zijn dat er op andere plaatsen mutaties in het virus ontstaan, zodat er een geheel andere variant ontstaat. Dit hoeft niet te betekenen dat het virus milder wordt. Er kunnen altijd varianten opkomen die tot meer ziekte leiden, of die zelfs dodelijker zijn dan de omikron variant.
Het blijft dus belangrijk vaccins tegen nieuwe COVID-19 varianten en geneesmiddelen voor de behandeling van infecties te ontwikkelen. Geneesmiddelontwikkelaars investeren continu in de ontwikkeling van nieuwe vaccins en medicijnen. Op dit moment zijn er ongeveer 244 vaccins in ontwikkeling en daarnaast nog 261 geneesmiddelen die het virus moeten neutraliseren en 346 geneesmiddelen die de effecten van het virus in het lichaam moeten verminderen. Van deze meer dan 850 middelen zitten er ongeveer 105 in de laatste testfase.
‘We mogen ons gelukkig prijzen met deze enorme innovatiekracht’, aldus Gerard Schouw, directeur van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). ‘Hiermee kunnen we hopelijk snel reageren op nieuwe varianten van COVID-19. Het zal niet altijd eenvoudig zijn, maar we hebben wel de beschikking over technologie die tot enorm effectieve vaccins heeft geleid. Ik ben vol vertrouwen dat we de pandemie ook de komende tijd op volle kracht kunnen bestrijden.’
Daarbij verwacht Schouw de komende tijd ook een krachtige en proactieve houding van de Nederlandse overheid.
Coronadashboard Rijksoverheid: coronavarianten
Vaccins en geneesmiddelen tegen COVID-19 in ontwikkeling (pipeline tracker)