Het personeelstekort, vooral bij huisartsen en verpleegkundigen, houdt mensen het meest bezig, als het gaat om ‘zorgen om de zorg’. Dat blijkt uit een representatief onderzoek dat wij in november lieten uitvoeren. Een tweede punt van ongerustheid gaat over toegang tot de zorg en de stijgende zorgkosten. Nederlanders tobben over de hoogte van zorgpremies en, in bredere zin, de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Ze zijn bang dat hun ouders en zijzelf straks geen goede zorg meer kunnen krijgen.
De belangrijkste aanjager van dit naderende zorginfarct is de vergrijzing: minder werkenden en meer ouderen, die gemiddeld ook nog eens langer ziek zijn. Ziektes zijn nog niet allemaal te genezen, maar vaak wel beter te behandelen. Kanker en diabetes zijn voorbeelden van ziektes waar de sterfte enorm is gedaald. Dat geeft ons iets waarvan de waarde niet goed uit te drukken is: meer tijd met onze geliefden. De keerzijde is dat die extra tijd leidt tot zwaardere belasting van het zorgpersoneel en hogere zorgkosten. Tot op zekere hoogte kun je dit beschouwen als een teken van beschaving. Maar laten we doen wat nodig is, om voldoende ‘handen aan het bed’ te houden en kosten te beperken.
Veel politici erkennen wel dat het arbeidstekort in de zorg een groot knelpunt is, maar handelen daar niet naar. Ze suggereren bijvoorbeeld dat betere arbeidsvoorwaarden en meer mantelzorg het tij kunnen keren. Dat helpt, maar we hebben meer nodig. Het ei van Columbus heb ik ook niet, maar ik zie wel dat er tal van oplossingen zijn die het personeelstekort kunnen beperken en tóch nog niet worden benut.
Een slimme inzet van medicijnen en vaccins kan de zorg ontlasten. Een recent praktijkvoorbeeld: de coronavaccins voorkwamen alleen al in het eerste jaar in Nederland 88.000 ziekenhuisopnames. Betere inzet van medicijnen kan het personeelstekort in de zorg zelfs met 14% terugdringen, blijkt uit een rapport van PwC en voormalig zorgminister Ab Klink. Dat komt neer op het personeelsbestand van een middelgroot ziekenhuis, zoals het OLVG.
Voor de meeste arbeidsbesparende ideeën is regie, samenwerking en zeker ook financiering nodig. Neem preventie, tijdige en exacte diagnostiek, meer zorg aan huis en gepast, trouw medicijngebruik. We wéten allemaal dat we hierop zwaar moeten inzetten, maar het komt onvoldoende van de grond. Dit vraagt niet om weten en praten, maar om doen.
Om het arbeidsbesparende aspect van medicijnen optimaal te kunnen beoordelen en inzetten, hebben we ook het Zorginstituut nodig. Zij kijken nu al of een nieuw geneesmiddel z’n geld waard is. Het zou goed zijn als zij daarnaast vaststellen hoeveel handen aan het bed het bespaart.
Al die oplossingen hebben één ding gemeen: er is samenwerking nodig
tussen allerlei zorgpartijen. Als het personeelstekort in de zorg de grootste bedreiging van onze zorg is, is het niet meer dan logisch dat we als zorgpartners over onze eigen schaduw heen springen en dat iedereen zijn rol pakt. Overheid, artsen, apothekers, zorgverzekeraars en geneesmiddelenbedrijven en natuurlijk patiënten.
De problemen in de zorg zijn te groot om met de ruggen naar elkaar te staan. Niemand kan in zijn eentje voorkomen dat onze vaders en moeders niet meer de zorg krijgen die zij verdienen. We kunnen het ons niet meer permitteren om elkaar te wantrouwen. Dat betekent ook: niet over maar mét elkaar praten. Er zijn veel zorgpartijen die puzzelstukjes in handen hebben. Laten we samen om de tafel gaan, om die puzzel te leggen. En wie weet, inspireren we daar ook onze politici nog mee!
Carla Vos, adjunct-directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)
Bovenstaande blog is gepubliceerd door Skipr
VIG-reactie op Telegraaf-interview minister Kuipers