'Eerlijk gezegd wist ik niet dat de geneesmiddelensector een maatschappelijk Code had', zegt Mirjam van ’t Veld (53), waarnemend burgemeester in Almelo en sinds kort lid van het onafhankelijke Adviescollege van de Code van de Vereniging van Innovatieve Geneesmiddelen. Na haar opleiding als verpleegkundige studeerde ze onder meer internationale bedrijfscommunicatie aan de Universiteit Utrecht en koos ze voor een loopbaan in het Openbaar Bestuur. Daarnaast was ze bestuursvoorzitter van Ziekenhuis Gelderse Vallei en voorzitter van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV).
'Ondanks mijn ruime ervaring in de zorg had ik wel even wat tijd nodig om mij te verdiepen in de Code. Wat voor mij de doorslag gaf om ja te zeggen tegen deze rol, was dat ik zag dat de Code echt serieus genomen wordt door de sector. Het is geen marketinginstrument, waar ik aanvankelijk bang voor was. Met mooie beloftes op papier bereik je niets. Je moet het wel waar willen maken. Wij hebben als onafhankelijk Adviescollege echt de positie om de sector een spiegel voor te houden en met eigenstandige openbare adviezen te komen. Daarom kan de Code een belangrijke bijdrage leveren om de dialoog met de samenleving te ondersteunen.'
'Ik zal niemand verrassen met de observatie dat de geneesmiddelensector lang niet altijd een goed imago heeft. Daarom is het van belang dat de sector laat zien dat ze de kernwaarden in de Code, zoals integriteit en transparantie, niet alleen met de mond belijdt maar ook toetsbaar maakt aan de praktijk. De sector heeft een belangrijke maatschappelijke betekenis. Dan moet je ook aanspreekbaar zijn want anders verlies je je ‘license to operate’.
'Toen ik toetrad tot het Adviescollege, kreeg ik best veel verbaasde reacties uit mijn omgeving. Werd ik nu een soort ambassadeur van de geneesmiddelenbedrijven? Nee, leg ik steeds uit. Ik sta voor de Code. Sommige discussies moeten we blijven voeren, bijvoorbeeld over wat maatschappelijk verantwoorde prijzen zijn. Die soms lastige vragen die buiten leven, brengen we als Adviescollege naar binnen.'
'Ik begrijp dat het lastig kan zijn om (kost)prijzen van individuele geneesmiddelen transparant te maken. Maar dit onderwerp roept wel veel vragen op. Bedrijven zouden meer uitleg kunnen geven waar hun aarzelingen en dilemma’s zitten. En zich nadrukkelijker uit kunnen spreken tegen ‘cowboys’ die torenhoge prijzen vragen zonder dat ze veel waarde toevoegen, bijvoorbeeld omdat een geneesmiddel al jarenlang beschikbaar is en nu voor een nieuwe toepassing wordt gebruikt. Waarom ga je daar zo defensief mee om? Wanneer ik het al niet begrijp, ondanks mijn opleiding en ervaring in de zorg, dan geldt dat zeker voor een gewone burger. Maak helder wat je morele kompas is en benoem het ook wanneer bedrijven uit de bocht vliegen. En wanneer je toch begrip wilt tonen, leg dan tenminste uit waarom. Laat je bovendien niet gijzelen door de juristen van internationale hoofdkantoren die weigeren dat je de dialoog aangaat. Durf voorop te lopen.'
'Personalised medicines vind ik ook een belangrijk onderwerp. Welk medicijn werkt voor welke patiënt? Hoe kunnen we steeds meer op maat gaan behandelen? Kunnen farmaceuten meer gaan meewerken aan doelmatigheidsstudies? Ik begrijp heel goed dat patiënten die in klinisch onderzoek meedoen soms behoorlijk verschillen van de patiënten die zorgverleners iedere dag tegenkomen. Maar kunnen we er toch voor zorgen dat die kloof tussen theorie en praktijk wat kleiner wordt?'
'Als Ziekenhuis Gelderse Vallei namen we deel aan de alliantie voeding in de zorg. Er is nog relatief weinig onderzoek gedaan naar de effecten van voeding in relatie tot ziektebeelden en de interactie tussen voeding en geneesmiddelen. Geneesmiddelen hebben bijvoorbeeld invloed op het hongergevoel, maar hoe dat precies werkt, weten we nog nauwelijks. Kunnen bedrijven hier niet meer onderzoek naar doen?'
'Als ziekenhuisbestuurder heb ik gezien hoe nieuwe, dure geneesmiddelen een impact hadden op het budget. Ook daarover moeten we het gesprek aangaan. Ik heb natuurlijk als ziekenhuisbestuurder ook van dichtbij meegemaakt hoe de sector een positieve impact had in de Coronaperiode. Inclusief de enorme blijdschap dat er zo snel een vaccin was. Daar heb je de waarde van de sector te pakken, en daar verdient de sector zeker een groot compliment voor. Mensen vergeten dat snel.'
‘Ik kijk uit naar de werkbezoeken bij geneesmiddelenbedrijven in de komende tijd. Ik hoop dat we het dan eveneens over de dilemma’s kunnen hebben waar bedrijven tegenaan lopen. Dat is voor de commissie ook waardevol.'