Dat blijkt uit een analyse van Wim de Haart, Manager Gezondheidseconomie en Vergoedingen van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). De Haart analyseerde de nieuwe Horizonscan van Zorginstituut Nederland, die 7 december werd gepubliceerd.
In de Horizonscan staan alle geneesmiddelen waarvan wordt verwacht dat ze de komende twee jaar beschikbaar komen.
De Horizonscan bevat informatie over 392 nieuwe medicijnen392 nieuwe medicijnen
De Horizonscan bevat 511 geneesmiddelen waarvan 392 unieke geneesmiddelen (werkzame stoffen).. De Horizonscan bevat 511 geneesmiddelen waarvan 392 unieke geneesmiddelen (werkzame stoffen).], waarvan voor 180 middelen ook informatie over verwachte patiëntaantallen, prijs en totale uitgaven. Hieruit blijkt dat de komende twee jaar 42 nieuwe geneesmiddelen en 26 indicatie-uitbreidingen voldoen aan de huidige sluiscriteriahuidige sluiscriteria
Voor een aantal indicatieuitbreidingen geldt overigens dat het betreffende middel al in de sluis heeft gezeten waarbij wellicht afspraken zijn gemaakt over indicatieuitbreidingen.. Voor een aantal indicatieuitbreidingen geldt overigens dat het betreffende middel al in de sluis heeft gezeten waarbij wellicht afspraken zijn gemaakt over indicatieuitbreidingen.]. Omdat voor slechts de helft van de middelen voldoende informatie beschikbaar is, betreft het een ondergrens voor instroom in de sluis.
Uit de recente sluiskandidatenbrief van 21 november bleek dat er het komende half jaar naar verwachting elf nieuwe geneesmiddelen in de sluis komen. In totaal groeit de instroom van het aantal medicijnen in de sluis de komende twee jaar dus met zo’n 50%, verwacht De Haart.
Naast de autonome groei speelt er nog iets: minister Kuipers wil de criteria voor de sluis aanpassen. Medicijnen met een jaarlijkse totaalomzet tussen de € 10 miljoen en 40 miljoen euro én jaarlijkse kosten onder de € 50.000 per patiënt worden vanaf medio volgend jaar ook in de sluis geplaatst voor prijsonderhandelingen. Dat leidt nog eens tot elf nieuwe medicijnen en acht indicatie-uitbreidingen extra in de sluis, verwacht De Haart. Voor geen enkele indicatie-uitbreiding geldt dat het geneesmiddel al eerder in de sluis zat of nog zit. ‘Al met al lijkt de uitbreiding van de sluis te leiden tot minstens 25% stijging van het aantal sluismiddelen, bovenop de autonome stijging’, aldus De Haart.
De Horizonscan maakt zichtbaar welke nieuwe medicijnen bijna op de markt zijn. In de Horizonscan zijn 511 middelen opgenomen, waarvan 295 nieuwe geneesmiddelen (specialités) en 196 indicatie-uitbreidingen van bestaande middelen. Zo’n 190 middelen zitten nog in een klinische studie, voor 136 middelen is een registratieaanvraag in behandeling bij de EMA of is er al een positieve CHMP-opinie. Voor 126 middelen geldt dat ze al geregistreerd zijn en dus binnen afzienbare tijd beschikbaar komen voor patiënten.
De Horizonscan laat ook zien voor welke ziektebeelden medicijnen te verwachten zijn (zie afbeelding). Er zijn 139 oncolytica in ontwikkeling of registratie, 82 middelen voor neurologische aandoeningen en 70 hematologische middelen. Bijna 70% betreft intramurale geneesmiddelen. Ongeveer een derde zijn weesgeneesmiddelen. Er staan 45 nieuwe generatie geneesmiddelen (ATMP’s) in de Horizonscan.
De Horizonscan is een overzicht met nieuwe en indicatie-uitbreidingen van bestaande innovatieve geneesmiddelen die op de markt worden verwacht en de mogelijke impact hiervan. Met dit overzicht zijn patiënten, behandelaars, ziekenhuizen, zorgverzekeraars en overheidsorganen vroegtijdig op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van innovatieve geneesmiddelen. Zorginstituut Nederland werkt hierin samen met andere overheidsorganen en branchepartijen.
De Haart geeft aan dat geneesmiddelenbedrijven graag meewerken aan een zo goed mogelijke Horizonscan.
‘De voorbereidingen zijn alweer gestart voor de volgende Horizonscan, die in juni verschijnt. Het belang van de Horizonscan kan nog groter zijn als het overzicht gebruikt wordt voor een goede triage, zodat direct duidelijk is hoe en door wie nieuwe innovatieve geneesmiddelen beoordeeld gaan worden op pakketwaardigheid. De beschikbaarheid van geneesmiddelen hangt af van veel pilots, procedures, beoordelingen en commissies. Triage kan een goed startpunt zijn voor een transparante, voorspelbare en efficiënte toelating van geneesmiddelen in het verzekerd pakket.’