Dat vraagt Wim de Haart, Manager Gezondheidseconomie en Vergoedingen van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen, zich af na een analyse van de nieuwe Horizonscan die het Zorginstituut op 6 juni publiceerde.
De Horizonscan is een overzicht van innovatieve geneesmiddelen die waarschijnlijk binnen twee jaar Europese goedkeuring krijgen van de EMA. De scan laat ook zien welke indicatie uitbreidingen van al eerder goedgekeurde innovatieve medicijnen de EMA waarschijnlijk in die periode goedkeurt (zelfde medicijn, andere aandoening). Bovendien maakt de Horizonscan zo veel mogelijk een inschatting van de budgetimpact van beide categorieën, door de verwachte prijs en het aantal patiënten te combineren.
Met dit overzicht zijn patiënten, behandelaars, ziekenhuizen, zorgverzekeraars en overheidsorganen vroegtijdig op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van innovatieve geneesmiddelen. Zorginstituut Nederland werkt hierin samen met andere overheidsorganen en branchepartijen. De Haart geeft aan dat geneesmiddelenbedrijven graag meewerken aan een zo goed mogelijke Horizonscan. ‘De voorbereidingen zijn alweer gestart voor de volgende Horizonscan. Het belang van de Horizonscan zou nog groter kunnen zijn, als het overzicht gebruikt wordt voor een goede triage. De vergoeding van geneesmiddelen kent verschillende procedures. Triage kan een goed startpunt zijn voor een transparante, voorspelbare en efficiënte toelating van geneesmiddelen in het verzekerd pakket. Op basis van de Horizonscan kun je immers vaak aardig goed inschatten of een medicijn in de sluis komt. Hoe eerder je daarvoor het dossier op orde brengt, hoe eerder het medicijn uiteindelijk bij de patiënt kan komen.’
In de Horizonscan zijn in totaal 513 middelen opgenomen. Daarin valt het volgende op:
Minister Kuipers heeft eind januari de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanscherping van de sluiscriteria. Een geneesmiddel komt in aanmerking voor plaatsing in de sluis als de jaarlijkse uitgaven voor één of meer nieuwe indicaties naar verwachting in totaal € 20 miljoen of meer bedragen. Dit was voorheen € 40 miljoen. Daarnaast blijft de sluis van toepassing wanneer de uitgaven van een intramuraal geneesmiddel voor één indicatie naar verwachting € 10 miljoen of meer per jaar bedragen en het geneesmiddel voor de behandeling van deze indicatie € 50.000 of meer per patiënt per jaar kost.
In de Horizonscan worden alle geneesmiddelen opgenomen waarvan verwacht wordt dat ze de komende twee jaar beschikbaar komen. De Horizonscan heeft voor ruim 170 geneesmiddelen ook informatie over verwachte patiëntaantallen, prijs en totale uitgaven. Voor het eerst is daarom een globale inschatting te maken van het effect van de aanscherping van de sluiscriteria. Uit de Horizonscan blijkt dat de komende twee jaar 43 nieuwe middelen (werkzame stoffen) en 34 indicatie uitbreidingen voldoen aan de sluiscriteria. Voor een aantal indicatie uitbreidingen geldt overigens dat het betreffende middel al in de sluis heeft gezeten waarbij wellicht afspraken zijn gemaakt over indicatie uitbreidingen. Omdat voor minder dan de helft van de middelen voldoende informatie beschikbaar is, betreft het dus een ondergrens voor de instroom in de sluis.
De aanscherping leidt tot 4 extra nieuwe middelen en 4 indicatieuitbreidingen extra in de sluis. ‘De minister lijkt met zijn beslissing over de aanscherping van de sluiscriteria een mooie balans gevonden te hebben tussen betaalbaarheid en uitvoerbaarheid’, aldus De Haart.