23-11-2021

Farma Facts: Steeds meer geneesmiddelen in de sluis

Sluisstatus 22 11 2021
Er komen steeds meer geneesmiddelen in de sluis. Voor 2022 wijst de minister 11 nieuwe kandidaten aan. Negen eerdere kandidaten moeten nog instromen en op dit moment zitten er al 17 middelen in de sluis. ‘Het wordt steeds drukker in de sluis. Hierdoor moeten behandelaren, patiënten en fabrikanten steeds langer wachten op innovatieve behandelingen.’

Dit concludeert Wim de Haart, manager Gezondheidseconomie en Vergoedingen van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen. Onlangs informeerde de minister de Kamer over de kandidaten voor de eerste helft van 2022. De Haart ziet de doorlooptijden toenemen. Van de 14 middelen die inmiddels uit de sluis zijn en in 2018, 2019 of 2020 op de markt kwamen, is de doorlooptijd toegenomen tot 510 dagen. Voor 25 middelen die vanaf 2016 op de markt kwamen is de doorlooptijd ruim 430 dagen.

Sluiskandidaten

Vanaf 2018 informeert de minister van Medische Zorg één keer per half jaar de Tweede Kamer over sluiskandidaten. Op basis van de Horizonscan van het Zorginstituut identificeert de minister deze sluiskandidaten. Elk jaar vallen er een paar kandidaten af, omdat de patiëntenaantallen naar beneden worden bijgesteld of omdat het geneesmiddel toch geen marktregistratie krijgt.

Voor de 2e helft van 2022 verwacht de minister 11 kandidaten. Het betreft 8 nieuwe middelen en 3 indicatie-uitbreidingen, waarvan 2 combinatiebehandelingen zijn. Drie sluiskandidaten betreffen weesgeneesmiddelen, waaronder 2 nieuwe generatie innovatieve middelen (CAR-T). Het merendeel van de sluiskandidaten – 9 van de 11 – zijn oncologische middelen.

Opvallend is dat de patiëntenaantallen doorgaans hoger liggen dan in de meest recente Horizonscan van het Zorginstituut. Hierdoor voldoen middelen eerder aan de sluiscriteria. Sowieso zit de inschatting van de minister altijd aan de hoge kant, omdat hij uitgaat van maximale budgetimpact. ‘Dat wil zeker niet zeggen dat de macro-uitgaven aan geneesmiddelen met dergelijke bedragen gaan stijgen’, geeft De Haart aan. ‘Ten eerste is er geen rekening gehouden met bestaande behandelingen en wordt het marktaandeel dus overschat. Ten tweede zal de prijs na sluisonderhandelingen drastisch dalen.’ Ten slotte hebben we volgens De Haart te maken met een substitutie-effect; nieuwe middelen verdringen bepaalde oude middelen. Hierdoor stijgen de uitgaven per saldo niet of veel minder.

#terugnaar100

De farmaceutische sector maakt zich ernstige zorgen over de oplopende doorlooptijden voor nieuwe geneesmiddelen. In het bijzonder de tijd in de sluis. Voor de sector geldt de sluisprocedure als 1 van de 5 belangrijkste knelpunten voor de toegang en beschikbaarheid van nieuwe, innovatieve geneesmiddelen. ‘Alhoewel er verschillende early access programma’s zijn, kunnen patiënten niet rekenen op de beste behandeling’, aldus De Haart. ‘Dat kan anders. Kijk naar Duitsland waar de patiënt vóór de beoordeling en prijsonderhandelingen gaat. Een Nederlandse variant daarop is gemakkelijk te realiseren binnen de sluis, zelfs met een goede balans tussen betaalbaarheid en beschikbaarheid.’

Oplossen vertragingen

‘Laten we verder samen – ministerie van VWS, Zorginstituut en de VIG – de doorlooptijden transparant maken en bezien waar onbedoelde vertragingen kunnen worden opgelost’, stelt De Haart voor. Vanaf 2022 zal de minister door het Zorginstituut worden geadviseerd over welke geneesmiddelen voldoen aan de sluiscriteria. ‘Mogelijk leidt vroege betrokkenheid van de sector bij dit proces én bij de Horizonscan tot snellere beschikbaarheid van veelbelovende middelen.’

Zie ook VIG-campagne #terugnaar100