Op 6 januari 2021 kreeg verpleeghuismedewerker Sanna Elkadiri als eerste Nederlander een vaccinatie tegen COVID-19. ‘We kunnen straks weer terug naar normaal’, zei een opgeluchte Elkadiri tegen de media. ‘Ik ben klaar met zoveel pijn en ellende in mijn werk. Dat maakt dit moment zo fantastisch, om iedereen die ellende te besparen.’
Voor de geneesmiddelensector was dit bijzondere moment om nog een reden historisch: in amper een jaar tijd werden verschillende vaccins ontwikkeld en beschikbaar gemaakt, terwijl dit normaal al snel tien jaar duurt. Een wetenschappelijke topprestatie, gebouwd op voortvarende publiek-private samenwerking, die smaakt naar méér.
Daarom is het zonde als de COVID-19-pandemie niet wordt benut om meer te veranderen. De geneesmiddelensector heeft de samenleving niet alleen nog veel meer te bieden, ze staat ook aan de start van een technologische revolutie.
De uitdagingen zijn groot. Het geneesmiddelenstelsel moet transparanter, toegankelijker en strategisch weerbaarder worden, en ook moet de toenemende ongelijkheid worden teruggedrongen. Een Nederlandse patiënt uit Maastricht wacht gemiddeld 111 dagen langer op een nieuw kankermedicijn dan een Duitse patiënt uit Aken, een paar kilometer verderop. Ik roep een volgend kabinet daarom op tot het aanstellen van een kwartiermaker die met de geneesmiddelensector, de overheid en de belangrijkste andere betrokkenen gaat praten over een ‘Medicijnpact voor Nederland’.
In zo’n pact maken we allereerst afspraken over de voorbereiding op een volgende pandemie. Het simpelweg vrijgeven van patenten helpt dan niet, want het knelpunt zit bij voldoende geschikte productiecapaciteit. Serieus nadenken over pandemic preparedness helpt wél. De COVID-19-crisis laat Nederland en Europa het belang zien van strategische weerbaarheid. Verschillende machtsblokken concurreerden fel om vaccinleveringen en medische hulpmiddelen. We kunnen onze kwetsbaarheid verminderen door de productiecapaciteit uit te bouwen, meer controle te krijgen op grondstoffenstromen en publiek-private samenwerking te versterken.
Een Medicijnpact moet aandacht besteden aan ambitieuze investeringen in een krachtige geneesmiddelensector en het innovatieklimaat in Nederland. Ons land heeft alles in huis om het Boston aan de Noordzee te worden, het Europese equivalent van de invloedrijke biotech-hub in de VS. Dit geeft een positieve impuls aan het economisch herstel op de korte termijn en ons verdienvermogen op de langere termijn, het behalen van de mondiale klimaatdoelstellingen, onze publieke missies op het gebied van gezondheid en het verminderen van onze afhankelijkheid van landen als China en India. Volgens VNO-NCW herbergt de Nederlandse biotech-sector een onbenut economisch potentieel van 30 miljard euro. Kortom: er liggen volop kansen om Nederland gezonder, weerbaarder en welvarender te maken.
We moeten serieus kijken naar de impact van de technologische revolutie in de geneesmiddelensector. Het huidige beoordelings- en toelatingssysteem in Nederland past niet bij deze snel veranderende wereld, waarin het innovatietempo hoger wordt door de opkomst van disruptieve technologieën zoals 3D-printing, blockchain, kunstmatige intelligentie en straks quantum. Hierdoor verschijnt een nieuwe generatie veelbelovende behandelmethoden aan de horizon zoals medicijnen op maat, cel- en gentherapie en slimme algoritmes. Wereldwijd zijn er bijvoorbeeld al ruim duizend veelbelovende cel- en gentherapieën in ontwikkeling.
Deze technologische revolutie valt bovendien samen met de opkomst van digitalisering, data en een intensievere analyse van patiënt-ervaringen in de klinische praktijk. Dit biedt weer aanknopingspunten om het spanningsveld tussen betaalbaarheid en snelle, brede beschikbaarheid van veelbelovende nieuwe geneesmiddelen te verlichten. Door veel meer data vast te leggen, uit te wisselen en te combineren, weten we sneller meer over de mogelijke effectiviteit van een middel en de potentiële waarde ervan. Ook kan de toelating dan vlotter verlopen.
Een transitie naar uitkomstgerichte zorg en meer transparantie op dit vlak moeten daarom onderdeel zijn van zo’n Medicijnpact. Met de investeringen in een Nederlandse data-infrastructuur voor de zorg uit het Groeifonds (Health-RI) wordt een belangrijke randvoorwaarde ingevuld, maar landen als Canada, Zweden en het Verenigd Koninkrijk zijn al veel verder.
Een Medicijnpact is cruciaal om het Nederlandse geneesmiddelensysteem op deze ontwikkelingen toe te rusten, houdbaar te maken en te zorgen dat het meebeweegt met de tijd. Na de vaccinatie van Sanna Elkadiri riep minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) ons op de mouwen op te stropen. Laten we dit doen, want ook ons geneesmiddelenstelsel heeft een vaccinatie nodig om gezond de toekomst in te kunnen.
Gerard Schouw
(directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen)
Deze opiniebijdrage verscheen eerder in NRC en op nrc.nl