30-03-2021

Hans Schikan: ‘Ongelooflijke bereidheid tot samenwerking'

Hans Schikan
De mogelijkheden om op korte termijn de vaccinproductie in Nederland te vergroten, zijn beperkt. Maar voor langere termijn zijn er zeker kansen de capaciteit te vergroten. Daarbij zijn verbinding en samenwerking het sleutelwoord.

Dat is de conclusie die Hans Schikan trekt in zijn rapportage als special envoy vaccins. Minister Hugo de Jonge gaf Schikan opdracht om in kort tijdsbestek in beeld te brengen of de productie van coronavaccins verder versneld kon worden. In dit kader voerde hij de afgelopen vier weken, samen met een team van de ministeries van EZK en VWS, zo’n tachtig gesprekken met relevante partijen in Nederland en Europees verband. Hieruit volgde vijftien aanbevelingen.

Wat is u het meeste opgevallen tijdens al deze virtuele meetings met vaccinproducenten, vaccinspecialisten, virologen, ziekenhuisapothekers, brancheverenigingen, biotechbedrijven en logistiek specialisten, het CBG en vele anderen?

‘Wat me opviel was de ongelooflijke bereidheid tot samenwerking. Overal waar ik gesprekken voerde, kreeg ik direct hulp en informatie. Afspraken waren meestal binnen een dag geregeld. Mensen willen graag meedenken en meewerken.
Daarnaast wil ik benadrukken hoe bijzonder het is wat er binnen een jaar is bereikt. Toen Trump vorig jaar riep dat we voor 2021 een vaccin zouden hebben, dacht ik dat het typische Trumpiaanse grootspraak was, maar het feit dat we nu al over vaccins beschikken, is echt ongekend. Ik kan dat niet vaak genoeg herhalen. We staan voor één van de grootste uitdagingen op het gebied van de volksgezondheid, en binnen één jaar zijn er vier vaccins toegelaten. Ook hier zie ik een samenwerkingsbereidheid die uniek is.’

De focus verschuift steeds meer van het ontwikkelen naar het opvoeren van de productie van vaccins. We willen zo snel mogelijk uit deze lockdown. In die zin is uw conclusie teleurstellend dat er op korte termijn niet veel ruimte voor versnelling is. Hoe zit dat?

‘De wereld keek een jaar lang uit naar de succesvolle ontwikkeling en toelating van de eerste vaccins. Nu dat een feit is, willen we zo snel mogelijk over tot de orde van de dag: een terrasje pakken, leuke dingen doen, mondkapjes de prullenbak in. Helaas is het niet zo dat je in een paar weken tijd de capaciteit van vaccinproductie kan opkrikken. Om dit te illustreren vertelde een vaccinbedrijf me dat voor de productie van hun vaccin 280 componenten vanaf 86 locaties in 19 landen nodig zijn. BioNTech geeft aan dat ze bij het maken van een vaccin, van begin tot einde productie, zo’n 50.000 handelingen moeten verrichten. Het produceren van vaccins is een uiterst complex proces, waarbij zeer hoge eisen worden gesteld aan kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid.
Eén verstoring in dit proces kan direct tot vertragingen leiden. Daarbij speelt dat vaccinproducenten nog geen kans hebben gehad om voorraden op te bouwen die ze kunnen aanspreken bij tegenslagen. Er zijn simpelweg nog geen buffers. Daarom zijn, juist nu, vrije handel en een grenzeloze globale toevoerketen essentieel, zeker als we in deze first time, real time, just in time-situatie werken.’

Welke oplossingen zijn wel mogelijk op korte termijn?

‘Dan heb je het eigenlijk alleen over vaccins die al geproduceerd zijn en op korte termijn leverbaar zijn. Het gaat dan puur over herverdeling. Zo beschikt de VS op dit moment over een voorraad vaccins, en ook binnen Europa en India is dat in een aantal gevallen van toepassing. Daar zou je onderling afspraken over kunnen maken. Als straks een groter deel van de bevolking is gevaccineerd, zul je zien dat er vaker sprake zal zijn van een overschot/voorraad. De focus ligt nu erg op de korte termijn, maar laten we niet vergeten dat we nog een enorme uitdaging voor ons hebben. De verwachting is dat er zo’n 12 miljard coronavaccins gemaakt gaan worden. Daarom moeten we nu al kijken naar alle mogelijkheden voor de middellange en lange termijn. En dan gaat het niet alleen over het vergroten van de productiecapaciteit van vaccins, maar ook het afvullen, het aanleveren van werkzame stoffen, materialen, etc.’

Hoe kunnen we nu al actie ondernemen voor de middellange termijn?

‘Zoals gezegd, we zijn er nog niet. Zo voorzie ik dat er mogelijk tekorten gaan ontstaan in de productieketen van geneesmiddelen die gebruik maken van dezelfde componenten en materialen als vaccins. Daar kunnen we nu al werk van maken. Bijvoorbeeld door het oprichten van een speciale Taskforce die de supply chain gedetailleerd in beeld brengt en tijdig signaleert wanneer er mogelijke directe en indirecte tekorten kunnen ontstaan. Schakel daar zeker ook het Nederlandse bedrijfsleven en brancheverenigingen bij in voor mogelijke oplossingen. We hebben dit al eens in de praktijk gebracht een paar weken geleden toen bekend werd dat er een tekort dreigde aan zogenoemde single use bioreactor bags. Dankzij snel schakelen met VNO-NCW hebben we een derde partij gevonden die mogelijk in staat is hieraan een bijdrage te leveren. Dit moet nu verder opvolging krijgen. Voorkomen is beter dan genezen. En regeren is vooruitkijken.’

In uw rapportage ‘Vaccins; van productie tot preparedness’ geeft u vijftien aanbevelingen aan minister De Jonge. Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze ook opvolging krijgen?

‘Als je kijkt naar mijn lijstje aanbevelingen, dat zitten er veel punten bij die te maken hebben met het samenbrengen van partijen. Hoe breng je ze met elkaar in verbinding, om te voorkomen dat er issues gaan spelen zoals tekorten, maar ook om ons voor te bereiden op de toekomst; hoe gaan we om met de volgende pandemie?
Ik ben ontzettend geïnspireerd geraakt door de manier waarop iedereen bereid is mee te werken. Dus als ik een rol kan en mag spelen bij de implementatie van de aanbevelingen, dan doe ik dat graag.
Er is al veel bereikt op dit vlak, maar er liggen nog veel kansen om de onderlinge samenwerking en dialoog tussen bedrijven onderling, maar ook tussen bedrijven en overheid, te versterken. In dat kader ondersteun ik de oproep van Marc Kaptein, voorzitter van de NVFG, dat het goed zou zijn als er een vertegenwoordiger namens de vaccinfabrikanten aansluit bij het OMT. Als we er allemaal van overtuigd zijn dat vaccins een belangrijk instrument zijn om uit de lockdown te komen, dan is het vreemd dat er niemand vanuit die sector deelneemt aan het overleg.’

Hoe zorgen we ervoor dat we in de toekomst beter voorbereid zijn op mogelijke pandemieën?

‘Het is waarschijnlijk dat het virus nog lang zal rondwaren. Om hier optimaal mee om te kunnen gaan en tegelijkertijd beter voorbereid te zijn op een mogelijk nieuwe pandemie, moeten we nu al nadenken over de verdere toekomst. Ik ben voorstander van de oprichting van een sterke faciliteit voor pandemiebeheersing. Daar wordt nu al achter de schermen over nagedacht op landelijk en Europees niveau. Dit sluit ook aan bij de behoefte om minder afhankelijk te zijn van landen buiten Europa. Je ziet het aan het containerschip dat vast lag in het Suez-kanaal, daarmee raak je een belangrijke slagader in de logistiek. Het geneesmiddelensysteem is heel fragiel, er hoeft maar iets te gebeuren in de keten, en het proces ligt stil. Laten we daarom vooral ook werken aan re-shoring.

Ik denk dat Nederland daar een belangrijke rol bij kan spelen. We hebben op vaccingebied heel wat te melden, naast een uniek LSH-systeem, een krachtige kennisinfrastructuur en de aanwezigheid van het EMA. Naast de noodzaak ons goed voor te bereiden op toekomstige pandemieën, zie ik ook kansen voor groei. Laten we daar op voorsorteren, door met alle partijen op korte termijn bij elkaar te komen bij een rondetafelbijeenkomst om de lessons learned te bespreken. Dat zou moeten leiden tot een concreet voorstel voor een pandemic preparedness-faciliteit binnen het Europese HERA-initiatief. En Nederland moet daar een rol in spelen.’

Wat voor rol kunnen geneesmiddelenbedrijven spelen bij de verdere implementatie van uw aanbevelingen?

‘Ten eerste begin ik met een groot compliment aan alle partijen die met heel veel energie en inzet hebben gewerkt aan waar we nu staan. Tegelijkertijd is mijn oproep: rust niet op uw lauweren, we zijn er nog niet.
Ook op het gebied van communicatie zie ik een belangrijke rol weggelegd voor vaccinfabrikanten en de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen. Een heldere communicatie over de complexiteit van vaccinproductie draagt bij aan een beter begrip. Communiceer veel, leg uit wat er komt kijken bij de ontwikkeling en productie van vaccins en de rol die veiligheid, kwaliteit en werkzaamheid daarbij spelen. Die complexiteit kan je niet vaak genoeg onder de aandacht brengen. Daarnaast is er veel kennis aanwezig binnen de VIG. Deel deze kennis binnen de verschillende platforms. En ga door met het goede werk.’

Rapport 'Vaccins; van productie tot preparedness’ [PDF]