Clémence Ross-Van Dorp, ambassadeur van het Actieprogramma ‘Nieuwe kansen voor Topsector Life Sciences & Health’, leidde de workshop ‘Langjarig overheidscommitment’. Ze benadrukte het belang van het versterken van het ecosysteem. ‘Dat is de kracht van de LSH-sector in Nederland, maar dan moeten we die publiek-private samenwerking ook echt met zijn allen waarmaken.’ Ze hoopt dat het bedrijfsleven vanaf het eerste begin wordt betrokken bij totstandkoming en uitwerking van beleid.
Ross-Van Dorp vertelde dat het vorig jaar afgesloten Memorandum of Understanding met Massachusetts wordt uitgebouwd tot een partnership tussen de Nederlandse overheid en de Amerikaanse staat. ‘Dat vraagt wel om een meerjarige visie van de overheid op het LSH-sector’, geeft ze aan. Daarbij kan Nederland een voorbeeld nemen aan Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk waar de Franse president Macron en de Britse premier Johnson zich volwaardig hebben gecommitteerd aan een meerjarenvisie op de LSH-sector. Deelnemers uit zowel bedrijfsleven, universiteiten en ziekenhuizen deelden deze conclusie: er is een duidelijk plan nodig, gedragen door alle ministeries. Ross-Van Dorp: ‘Stop de versnippering en zet het bedrijfsleven niet buitenspel. Blijf permanent in met elkaar in dialoog. Als we daarin slagen, dan kan ons poldermodel 3.0 een mooie variant worden van Boston.’
De zorgen over het verslechterende vestigingsklimaat in Nederland werden breed gedeeld in de workshop gegeven door Thomas Grosfeld (VNO-NCW). ‘In de lijstjes doen we het nog goed, maar in de onderstroom is “betonrot” te zien’, aldus Grosfeld. Dit uit zich in teruglopende onderwijsscores, achterblijvende strategische investeringen, een tekort aan technici, maar ook het algehele sentiment in Europa over Nederland.
Grosfeld: ‘Het bedrijfsleven kan en wil een grotere rol nemen bij het opkrikken van de investeringen in innovatie, maar daar moet het wel de ruimte voor krijgen. Daarbij is behoefte aan stabiliteit en continuïteit, omdat investeringen in life sciences pas over lange tijd renderen. Een zigzagbeleid schrikt af, ook als het gaat om buitenlandse investeerders.’ Daarnaast moet Nederland zijn unieke positie op het gebied van intellectueel eigendom niet ondermijnen. ‘We zijn het vierde IP-land ter wereld, die positie moeten we koesteren. Wees daar zuinig op!’
Ida Haisma, directeur Leiden Bio Science Park, hield een vurig betoog over laboratoria van wereldklasse. ‘Als we willen concurreren met het buitenland, dan moeten de basisfaciliteiten (infrastructuur, human capital) op zijn minst op orde zijn. Stimuleer daarom in de uitbreiding van shared facilities. Laboratoria kunnen binnen het LSH-ecosysteem een belangrijke plaats innemen’, vindt Haisma. ‘Open labs – toegankelijk voor publieke en private partijen – kunnen voor een kruisbestuiving zorgen tussen publieke en private onderzoekers.’ Ook Haisma benadrukt dat een duidelijke lange termijnvisie op de LSH-sector een belangrijke voorwaarde is voor succes, niet alleen voor bedrijven, maar ook voor de academie.’ Daarnaast wees ze op het belang van beschikbaarheid van voldoende kapitaal voor startups én scale-ups.’
Als boegbeeld van de LSH-sector in Nederland is Carmen van Vilsteren nauw betrokken bij de ambitie ‘Boston aan de Noordzee’. In haar workshop stelde ze de vraag hoe Nederland een verdienmodel in lijn kan brengen met de toekomstige uitdagingen: in 2040 leven Nederlanders vijf jaar langer in goede gezondheid. En de verschillen in gezonde levensverwachting zijn dan met 30% gereduceerd.
Van Vilsteren ziet de geneesmiddelensector als een sector die essentieel is voor de toekomstige (kennis)economie van Nederland. Van Vilsteren: ‘Ga uit van onze eigen kracht: durf keuzes te maken en intensiveer het stimuleren van publiek-private samenwerking. We moeten Boston niet kopiëren, maar voortbouwen op onze eigen kracht.’