08-12-2021

Mehr Fortschritt Wagen, Shell we do that?

Gerard Schouw nw 09-2021
Er is veel wat we kunnen leren van Duitsland. Bijvoorbeeld de snelheid waarmee je een regeerakkoord in elkaar draait. Waar we in Nederland al maanden puffen, gaat de Duitse stoplichtcoalitie voortvarend aan het werk onder het motto: Mehr Fortschritt Wagen.

En ‘meer voortgang boeken’ is waar ze op inzetten. Voor hen is het zonneklaar: als het land een internationale rol van betekenis wil spelen dan moet er geïnnoveerd worden. Maar liefst 3,5% van het BBP moet naar R&D gaan. En dat zorgt voor een enorme stimulans richting innovatieve bedrijven en instellingen om zich in Duitsland te vestigen. Het staat bol van de ambitie op het gebied van innovatie en industriebeleid.

Koude ontvangst

Als geneesmiddelensector hebben wij laten onderzoeken waarom bedrijven zich ergens willen vestigen. Het leverde een lange lijst op van het woonklimaat, onderwijs, hoge stand van de wetenschap, de manier van samenwerken en goede logistieke infrastructuur. Allemaal functies die in ons land ruim aanwezig zijn. Nederland heeft ook een uitstekend en wervend team van mensen die dag en nacht bezig zijn met het ‘verleiden’ van bedrijven om zich in ons land te vestigen. Dit team heeft echter te dealen met een hele dikke min: de ‘koude’ ontvangst in Nederland. Het mag in ons land dan steeds warmer worden, maar het politieke klimaat in ons land is voor internationale bedrijven ronduit guur.

Dat multinationals als Unilever en Shell met hun hoofdkantoren Nederland verlaten, laat zien dat waarschuwingen – en die zijn er genoeg – geen loze dreigementen zijn. En dan hebben we het nog niet over de gevolgschade. Het vertrek van grote bedrijven uit Nederland bereikt linea recta de boardrooms van bedrijven die mogelijk naar Nederland willen komen.

Het bedrijfsleven is verantwoordelijk voor twee derde van de kennisinvesteringen die nodig zijn voor welvaart en economische groei. En bedrijven met een hoofdkantoor in Nederland blijken ook juist de koplopers in structurele risicovolle investeringen, leert een snelle blik op de R&D top 30. We hebben er meer aan als we bedrijven inspireren tot samenwerking in plaats van ze weg te jagen.

Boost

Sinds het uitbreken van de COVID-pandemie is Europa zich sterk bewust geworden dat het voor veel geneesmiddelen sterk afhankelijk is geworden van landen als China en India. De Brusselse oproep aan de lidstaten om de strategische soevereiniteit van Europa te versterken, is niet aan dovemans oren gericht. De Franse president Macron heeft een plan gepresenteerd om de geneesmiddelensector in Frankrijk een boost te geven. De Belgen hebben een vergelijkbaar plan, net als Groot-Brittannië en Duitsland. Maar in Nederland blijft het te lang stil.

Lees je het Duitse regeerakkoord, dan gaat er niet alleen geld naar innovatie, maar moet ook de wisselwerking tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven beter om nieuwe uitvindingen ook daadwerkelijk naar de markt te brengen; zogenaamde valorisatie. In de geneesmiddelensector zijn talrijke voorbeelden van hoe dit er in de praktijk uitziet. Kijk maar naar de vele regionale hubs waar ziekenhuizen samenwerken met universiteiten en grote en kleine bedrijven. De wisselwerking in deze ecosystemen is uniek en werkt als een magneet voor investeringen. Vanuit Europa, de VS en Azíë zijn de afgelopen jaren veel bedrijven naar Nederland gekomen, na de komst van het Europees Medicijn Agentschap zelfs twee keer zoveel.

Medicijn-hub

Om onze positie ten opzichte van het buitenland te versterken moet Nederland met een stevige visie komen op innovatieve sectoren, zoals Life Science & Health. Een lange termijn agenda gedragen door industrie én overheid. Dit alles in samenwerking met een wervende staatssecretaris of minister voor internationale handel. Niet meer ondergebracht bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en gekoppeld aan ontwikkelingssamenwerking, maar bij Economische Zaken. Op die manier kunnen we van Nederland dé medicijn-hub van Nederland maken: Shell we do that?

Deze blog verscheen eerder op Skipr.