Op deze Dag van de Code publiceerde de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) een nieuwe versie van de Code. Hierin staan de kernwaarden waar de sector voor staat op het gebied van integriteit, transparantie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en kwaliteit. De Code 2.0 bevat aanvullende normen over verantwoorde prijsstelling en eerlijk marktgedrag voor de geneesmiddelensector.
Andr én Rouvoet, voorzitter van het onafhankelijke Adviescollege van de Code, riep tijdens de VIG Talk de sector op actief naar buiten te treden. ‘Laat zelf zien wat je wilt bereiken met de Code. Ga er de boer mee op.’ Hij spoort de sector aan om de samenleving veel meer deelgenoot te maken van dilemma’s die spelen. ‘Wat we nog te vaak zien bij bedrijven of een sector die onder vuur ligt, is dat men zich heel lang stil houdt, totdat er een incident optreedt. En dan is de reactie altijd defensief.’
Daarnaast moedigt hij de sector aan om door te gaan met het aanscherpen en verbeteren van de Code, want die ruimte is er nog wel, vindt hij. ‘En laat zien dat je er serieus mee omgaat, dus bijvoorbeeld niet te beroerd bent om afstand te nemen als een bedrijf een keer excessief marktgedrag vertoont’, aldus Rouvoet.
Tijdens de VIG Talk ging Rouvoet in op het ontstaan van de Code en de rol van het Adviescollege. Dit college voert gesprekken met de leden en geeft gevraagd en ongevraagd advies over mogelijke aanpassingen in de Code. ‘In januari 2020 ben ik gevraagd of ik wilde toetreden tot het Adviescollege. Ik heb ja gezegd omdat ik het belangrijk vind dat je als sector uitlegt wat je motieven zijn en dat je je maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Een maatschappelijk Code kan daar aan bijdragen. Ik vind het echt een stoere stap’, zei Rouvoet, die benadrukte dat het Adviescollege volledig onafhankelijk opereert.
Hij blikte kort terug op de officiële overhandiging van de Code in januari 2020 aan oud-minister Bruno Bruins. Rouvoet: ‘Er was sprake van een voorzichtig positieve reactie op het initiatief van de sector om te komen tot een Code, maar hij was ook kritisch, met name over het ontbreken van normen over transparantie van prijzen en marktgedrag. Hij ging daar stevig op in.’
De wens van de minister over meer transparantie leeft ook breder in de samenleving. Rouvoet: ‘Ik ben dan ook blij te zien dat de sector deze zorgen serieus heeft genomen en dit punt van kritiek zelf heeft opgepakt.’ De VIG heeft het Adviescollege om advies gevraagd over drie punten: transparantie van medicijnprijzen, redelijke prijsvorming en marktgedrag.
Samen met de andere leden van het Adviescollege, Cathy van Beek en Koos van der Hoeven, voerde Rouvoet vervolgens gesprekken over deze punten met de Autoriteit Consument & Markt en met de Adviescommissie van de VIG over onder andere de internationale context waarbinnen de geneesmiddelenbedrijven werken. Daarnaast raadpleegde het college relevante rapporten en jurisprudentie.
Dit heeft tot een advies geleid dat door de VIG is doorvertaald naar twee aanpassingen van de Code over verantwoorde prijsstelling en eerlijk marktgedrag. Ten aanzien van het thema prijstransparantie kwam het Adviescollege tot de conclusie dat er juridisch geen mogelijkheden zijn hierover een bepaling aan de Code toe te voegen, vanwege mededingingsrechtelijke beperkingen. Rouvoet : ‘Als dat politiek of maatschappelijk gewenst wordt, zal de wetgever hiervoor de mogelijkheden moeten creëren.’
‘Ondanks dit laatste punt ben ik buitengewoon verheugd dat onze adviezen unaniem zijn overgenomen door het bestuur van de VIG’, zegt Rouvoet. Een bewijs dat de Code leeft in de sector. Dat heb ik ook gezien tijdens onze online werkbezoeken aan een aantal geneesmiddelenbedrijven als onderdeel van onze nadere kennismaking met de sector.’
Rouvoet: ‘Men wil heel graag meer, maar het is complex en ik zie dat de sector klem zit tussen datgene wat hen wordt gevraagd – openheid en transparantie – en wat mogelijk is, bijvoorbeeld juridisch.. En dat is lastig, zeker in een sector waar winst maken per definitie verdacht is. Ik daag de sector dan ook uit om de dilemma’s waar ze mee worstelt, veel meer naar buiten te brengen. De Code kan bijdragen aan openheid.’
De tweede presentatie was van Muel Kaptein, hoogleraar bedrijfsethiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 1996 was hij medeoprichter van KPMG Integrity en in 1999 van KPMG Sustainability. Momenteel richt hij zich als partner bij KPMG onder meer op cultuur en integriteit en is hij auteur van ‘The Living Code’. Hij ging vanuit een breder, wetenschappelijk, perspectief in op wat een Code al dan niet tot een succes maakt. ‘Ten eerste, geloof ik in het belang van een Code, maar dan alleen als de Code leeft. Leeft de Code niet dan keert het zich tegen je en wordt de Code zelfs het zwaard waarin je kan vallen. Als sector, als bedrijf maar ook als individu.’
Een Code leidt niet tot ethischer gedrag, onderzocht Kaptein, als je na introductie niks meer doet. ‘Als je een code slechts één keer invoert, dan draagt het niks bij. Sterker nog, je belooft er nogal wat mee. Beloftes die je vervolgens niet meer nakomt. Dan is het niks anders dan een lege huls en dan werkt het averechts. Datzelfde geldt voor de invoering van een compliance-programma.’
Wat bepaalt dan wel het succes van de Code? ‘De organisatiecultuur is uiteindelijk alles bepalend. Als een Code is ingebed in de organisatiecultuur, dan pas zul je zien dat het tot gedragsverandering van medewerkers gaat leiden.’ Vervolgens gaf Kaptein acht factoren die bijdragen aan het inbedden van een Code in een organisatie: helderheid, voorbeeldgedrag, uitvoerbaarheid, betrokkenheid, transparantie, bespreekbaarheid, aanspreekbaarheid en handhaving.
Ook verzamelde Kaptein praktijkvoorbeelden vanuit andere sectoren die bijdragen aan het levend houden van een Code, zoals een dilemma-app waarin je medewerkers kunt laten meedenken over dilemma’s waar ze in de praktijk tegenaan lopen, stakeholderdialoog, en het instellen van een ethiek-commissie.
Volgens Kaptein dient de borging van de code naar buiten gelijk op te gaan met interne borging. ‘Het dient gelijk op te gaan, net als je linker- en rechterbeen. Als je naar buiten toe de Code communiceert, maar intern wordt het niet gedragen, dan verstap je je. Maar ook als je intern veel met een Code doet, maar het niet naar buiten brengt, blijf je op een gegeven moment stil staan. Naar buiten communiceren, helpt om intern stappen te zetten.’ Veel stappen zijn gelukkig al in de sector gezet. Kaptein wenste daarom de aanwezigen een goede voortzetting daarvan toe. ‘Op een levende Code!’
Volledige opname VIG Talk Code 8 juli
Interview Andr én Rouvoet in ‘Medicijnsector in transitie’
Nieuwsbericht ‘Nederlandse geneesmiddelensector breidt Code uit’