19-05-2020

Overkamp en Schouw: ‘Samen naar nieuw medicijnakkoord’

Hoe de wereld blijvend verandert door corona, is nog moeilijk te voorspellen. Maar de eerste contouren tekenen zich al af. De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) doet alvast een voorzet. ‘Niemand kan dit alleen. Een geneesmiddelentop is nodig.’

Ze zitten er nog middenin. Bestuursvoorzitter Aarnoud Overkamp en directeur Gerard Schouw zetten al ruim twee maanden alle zeilen bij om de coronacrisis te bestrijden. Samen met duizenden medewerkers van de geneesmiddelensector in Nederland doen ze alles om de helden in de zorg te ondersteunen. Onderzoek en ontwikkeling, beschikbaarheid van bestaande medicijnen, maar ook inzet van mensen en middelen. Mondkapjes, levering van gewone medicijnen en medicijnen voor de intensive care, en daarnaast gewoon helpen waar dat nodig is. Tussen de bedrijven door nemen Overkamp en Schouw een uurtje voor reflectie.

Wat maakt deze crisis vooral duidelijk?
Overkamp: ‘Niemand van ons is immuun voor deze pandemie. Corona legt genadeloos bloot hoe snel onze gezondheid kan omslaan. Plus, in het verlengde daarvan: hoe kwetsbaar onze samenleving en economie zijn. De Engelsen zeggen het heel treffend: we took it for granted. We vertrouwden er al bijna blindelings op dat we steeds langer leven, in een steeds betere gezondheid. En áls we dan eens iets mankeerden, waren er meestal wel knappe dokters en slimme pillen die daar iets aan konden doen. Maar dit verschrikkelijke virus raakt de mensheid tot in de kern. Corona heeft de wereld ontwricht. Gezondheid komt niet vanzelf, en een gezonde samenleving evenmin. Je moet er jaren keihard voor werken, voor én achter de schermen. Deze crisis zet de spotlights op de helden in de zorg, artsen en verpleegkundigen, die tot het uiterste gaan om patiënten te helpen. Die waardering is buitengewoon terecht. Daarnaast vraag ik aandacht voor de stille helden in het laboratorium, die dag en nacht werken aan vaccins en medicijnen. Wereldwijd.’

Wat betekent deze crisis voor medicijnproductie?
Schouw: ‘Het levert nieuwe geopolitieke inzichten op. We zien nu hoe afhankelijk we voor onze medicijnproductie zijn van landen als China en India. Dit was echt een wake up call voor Europa, want zodra er een lockdown is in producerende landen, zitten we hier met de handen in het haar. Dat er de eerste twee maanden nog geen extra medicijntekorten zijn ontstaan in Nederland, is puur te danken aan een intensievere afstemming van vraag en aanbod in het coronaberaad, waarin VWS, leveranciers, groothandels en zorgverleners zijn verenigd. Die strakke monitoring is tot nu toe effectief, maar het is een heksentoer. Het is natuurlijk veel beter als we niet langer het leeuwendeel van de productie uit kostenoverwegingen in Azië plaatsen. Dit onderwerp moeten we in Europees verband aanpakken, dat besef ontstaat nu gelukkig ook. Daarbij zou het helpen als de geneesmiddelensector in Nederland iets warmer wordt benaderd door de politiek. Vergeleken met andere landen lag hier jarenlang wel erg de nadruk op kosten, waardoor de positieve effecten van medicijnen op gezondheid en economie ondersneeuwden. Het Financieele Dagblad formuleerde het eind april kernachtig; Nederland moet leren om naast de stok ook de wortel te hanteren voor de geneesmiddelensector.’

Betekent de crisis ook iets voor onderzoek en ontwikkeling?
Overkamp: ‘Jazeker. We leren in ijltempo veel over vaccinontwikkeling. Niet in het minst omdat er een veel intensievere samenwerking en kennisuitwisseling is tussen overheden, bedrijven, universiteiten en organisaties als de Wereldgezondheidsorganisatie dan we gewend zijn. Een mooi voorbeeld daarvan is de samenwerking rond vaccinontwikkeling in het publiek-private CEPI, waar bijvoorbeeld ook VIG-lid GSK aan deelneemt. Een ander goed voorbeeld is de samenwerking van AstraZeneca met de University of Oxford, een van de frontrunners bij een vaccin tegen COVID-19. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te vinden. Dit moeten we echt samen doen, want de uitdaging is veel te groot voor een enkel bedrijf of één universiteit. Ook als er straks een goed en veilig vaccin is, moeten we gezamenlijk kijken hoe we de productie voldoende kunnen opschalen voor alle wereldburgers. Dat gaan we niet redden met één fabriek van één bedrijf, hoe groot ook. Bij de verdeling van dat vaccin komt het bovendien aan op solidariteit tussen landen, dat is een uitdaging op zich.’

Overkamp: ‘Daarnaast denk ik dat er meer begrip is gekomen voor de complexiteit en dus ook voor de benodigde investeringen van medicijnontwikkeling. Je neemt veel risico, veel vaccins en medicijnen vallen af tijdens de superstrenge testrondes. Het kost zo’n twee miljard euro om een medicijn te ontwikkelen en bij de patiënt te brengen, weten we. Daarover zie je regelmatig mensen met hun wenkbrauwen fronsen. Nu zegt Angela Merkel in haar wekelijkse podcast dat er nog zo’n acht miljard euro extra nodig is voor ontwikkeling van een coronavaccin en versterking van gezondheidssystemen, en zie je iedereen instemmend knikken. Sterker nog, twee dagen later haalde Europa hiervoor 7,4 miljard euro op.’

Zijn er nog meer consequenties voor medicijnontwikkeling?
Schouw: ‘De crisis laat ook zien dat er veel bureaucratie in procedures zat. De EMA komt nu gelukkig met trajecten voor versnelde goedkeuring van vaccins en medicijnen tegen corona. Maar je ziet het ook in ons eigen land, bijvoorbeeld bij de regelgeving voor klinisch onderzoek. Normaal duurt het in Nederland ongeveer een jaar voordat je een vergunning krijgt voor klinisch onderzoek naar nieuwe gentherapieën, waaronder ook bepaalde vaccins vallen. Nu kan het bij vaccins en medicijnen voor COVID-19 ook in 28 dagen. Dat is mooi, maar die versnelling moeten we breder trekken, naar ál het klinisch onderzoek. Anders verhuist dat onderzoek naar het buitenland, waar het vaak een stuk vlotter kan. Dat is niet alleen teleurstellend voor Nederlandse patiënten, die dan niet kunnen deelnemen, maar ook slecht voor het kennisniveau van onze artsen.’

Welk effect heeft de crisis op samenwerking?

Overkamp: ‘Je ziet vooral meer samenwerking tussen publieke en private partijen, op allerlei fronten. Daarvan noemden we al een paar mooie internationale voorbeelden. In Nederland is het project Continuïteit van zorg ook een goed voorbeeld van een gezamenlijke aanpak. De reguliere zorg, bijvoorbeeld voor patiënten met ernstige aandoeningen als hart- en vaatziekten en kanker, moet gewoon doorgaan. Dat is niet alleen een zaak van artsen en verpleegkundigen. Denk aan het ministerie van VWS, verzekeraars, geneesmiddelenbedrijven en apothekers. We zitten nu met z’n allen in een soort snelkookpan. Het is fascinerend om te zien wat je dán samen kunt bereiken, in korte tijd. Ik hoop dat we die samenwerking na de crisis voortzetten, en dat we niet allemaal terug kruipen in onze eigen cocon. Daar heeft de patiënt namelijk niets aan.’

In
Nieuwsuur zei Berend Jan Bosch, viroloog bij de Universiteit Utrecht, donderdag dat wetenschappers geneesmiddelenbedrijven nodig hebben om een veelbelovend antilichaam tegen COVID-19 door te ontwikkelen naar een goed en veilig medicijn. Bedrijven hebben daarvoor het benodigde geld én de vereiste kennis, beaamde Ton de Boer, voorzitter van het CBG.
Schouw: ‘Inderdaad. Een veelbelovende werkzame stof is nog geen effectief en veilig geneesmiddel. Bedrijven hebben wetenschappers nodig, maar omgekeerd geldt hetzelfde. Denk aan het verwerken van een stof in een geneesmiddel, maar ook aan het opzetten van wereldwijde patiëntstudies, met duizenden patiënten. Daarvoor heb je wetenschappelijke kennis en een infrastructuur nodig, die bedrijven hebben. Daarom is het zo goed om te zien dat die samenwerkingen nu intensiever worden. Uiteindelijk is de patiënt dan de grote winnaar.’

Kijken we vanaf nu anders naar preventie en gezondheid?
Schouw: ‘Ja, dat kan niet anders. Vooral preventie verdient veel meer aandacht. De laatste jaren zag je de belangstelling voor dit onderwerp wel groeien, staatssecretaris Blokhuis sloot er zelfs een Nationaal Preventieakkoord voor af, maar nu zien we dat een plek helemaal bovenaan de zorgagenda verdient. Preventie is vele malen beter én goedkoper dan een ziekte achteraf bestrijden. Het is de allerbeste investering die je kunt doen in de zorg. Dat betekent dat we nog meer aandacht moeten schenken aan leefstijl, waarvan we weten dat het ook veel invloed heeft op de ontwikkeling van bijvoorbeeld dementie en diabetes. Het betekent ook dat we de financiering van preventie beter moeten regelen. Misschien moet er gewoon een nieuwe zorgverzekeraar opstaan, die preventie als unieke speerpunt heeft. We hebben meer durf nodig, en ook een kabinet dat heldere doelen stelt voor onze gezondheid in pakweg 2030. Wat willen we bereiken bij bijvoorbeeld kanker en dementie? Wij als VIG doen met liefde een voorzet. Nederland heeft de potentie om Europees koploper te worden op drie terreinen: beter en langer leven, snelle en brede toegang tot betaalbare medicijnen, en Life Sciences & Health innovaties. Bij vooruit bewegen draait het om vooruit denken.’

Overkamp: ‘Het is geweldig dat er in no time al meer dan honderd vaccins tegen COVID-19 in ontwikkeling zijn. Daarnaast moeten we natuurlijk vanuit bedrijven, overheden en universiteiten nog meer investeren in kennis over vaccins en medicijnen, want COVID-19 zal helaas niet het laatste virus zijn dat de wereld keihard treft. Daar moeten we klaar voor zijn. Nu konden we binnen een paar maanden al een kandidaat vaccin ontwikkelen, dankzij de kennis over eerder ontwikkelde vaccins, bijvoorbeeld voor SARS. Dat onderstreept het belang van kennisuitwisseling. We kunnen alleen reuzenstappen nemen als we op elkaars schouders staan.
Het belang van samenwerking is enorm, want de uitdagingen zijn groot, met vergrijzing, nieuwe virussen én baanbrekende therapieën in aantocht. Daarom is het najaar een goed moment om een geneesmiddelentop te houden, met de overheid, bedrijven, verzekeraars en ziekenhuizen aan tafel. We hebben een breed gedragen en realistische visie op de toekomst van onze gezondheid nodig. Nederland is rijp voor een medicijnakkoord, met volop aandacht voor zaken als preventie, productie en toegang. Laten we het samen doen. En niets meer voor lief nemen.’

Nieuwsuur 14 mei (item over geneesmiddel begint na circa 22 minuten)

Wat doet geneesmiddelensector aan de coronacrisis, vanuit drie pijlers?