‘Daarmee is zorg ook meteen iets politieks’, aldus Kremer. Hij wees op de grote uitdagingen waarvoor de zorg in Nederland staat – qua vergrijzing, personeel en budget – en benadrukte het belang van passende zorg.
‘Aanstaande vrijdag spreekt het kabinet over de drie volksziekten die we vandaag hier bespreken’, zei Gerard Schouw, directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). ‘Voor een betere aanpak van kanker, obesitas en Alzheimer is in het coalitieakkoord van dit kabinet in totaal € 300 miljoen gereserveerd, voor de komende drie jaar. Ik ben zeer benieuwd hoe het kabinet dit gaat invullen.’
Kremer stelde voor om meer naar andere landen te kijken, bij het voorkomen en bestrijden van het zogeheten zorginfarct.
‘Die naam, zorginfarct, is trouwens niet heel handig, denk ik. Je kunt het ook positief verwoorden, dan is zorgtransitie al een beter woord. Vergelijk het met de energietransitie, daar lopen veel jongeren nu wél warm voor. We moeten het niet cynisch benaderen, maar juist positief en proactief.’
Bij het blok over kanker poneerde Arja Broenland, directeur-bestuurder bij de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK) een stelling over bundeling van expertise.
‘Kankerzorg is expertzorg, dat vereist een ander zorglandschap dan we nu hebben’, aldus Broenland. Vervolgens vroeg dagvoorzitter Anouschka Laheij of dit dan automatisch betekent dat minder ziekenhuizen gespecialiseerde kankerzorg voor – bijvoorbeeld – borstkanker gaan verlenen.
‘Niet per se’, antwoordde Broenland. ‘Het gaat om bundeling van expertise, maar dat hoeft niet meteen een geografische concentratie te betekenen.’
Leefstijl is belangrijk en kan ook effect hebben op de kans dat iemand kanker krijgt.
Broenland: ‘Maar we kunnen met preventie, hoe belangrijk ook, niet alle kankerdiagnoses voorkomen. Dit is echt een enorme maatschappelijke opdracht, want het aantal diagnoses neemt de komende jaren nog fors toe.’
Het aantal nieuwe kankerdiagnoses stijgt het komend decennium tot 156.000 per jaar, maakte het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) begin oktober bekend. Thijs Merkx, bestuursvoorzitter van het IKNL, sprak ook tijdens de VIG Medicijndialoog.
‘Ruim 33% van de patiënten met kanker heeft ook andere aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten of reuma’, zei Merkx. ‘Daarom moet er een wettelijke grondslag komen voor een digitaal ecosysteem, waarbij de patiënt centraal staat. De data van de patiënt moeten meereizen van specialist naar specialist, van centrum naar centrum.’
Caroline Doornebos, medisch directeur bij MSD, wees bij de aanpak van kanker op het belang van een driesporenbeleid: preventie, screening en behandeling.
‘Er is dus niet één oplossing’, zei ze. ‘Bij baarmoederhalskanker is vaccinatie tegenwoordig een optie. Maar als geneesmiddelenbedrijf ondersteunen wij ook van harte alle andere oplossingen, naast vaccins en medicijnen, die de zorgwekkende groei van het aantal kankerdiagnoses kunnen afremmen. Juist omdat we het sámen moeten doen met de overheid, wetenschappers, artsen enzovoort, is het van groot belang dat we dan als geneesmiddelensector ook aan tafel zitten.’
Het Nederlands Kanker Collectief, dat dit najaar van start gaat, kan daarbij een belangrijke rol spelen.
‘We hebben een breed samenwerkingsverband nodig voor een gezondere leefstijl’, zei Edgar van Mil, kinderarts-endocrinoloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis én hoogleraar Jeugd, Voeding en Gezondheid.
Van Mil: ‘De helft van de Nederlanders heeft nu al overgewicht en dat percentage groeit nog, dat vergroot het risico op allerlei ziekten. Hier is dus nog enorm veel te bereiken. De jeugd neemt daarbij een speciale positie in. Een gezond lijf en een gezonde planeet, dat is voor veel jongeren al een logische combinatie. Voor jongeren komt nu steeds vaker een holistische aanpak, waarbij wordt gekeken uit welk gezin ze komen, hoe zij bepaalde beslissingen nemen, wat hen kan helpen, enzovoort. Kijk dus niet alleen naar het overgewicht, kijk verder, is de achterliggende gedachte.’
Ook Karine van ’t Land zorgexpert leefkracht bij Menzis, pleitte voor een brede blik.
‘Het is mooi dat er nu een medicijn is, maar dan zit je al laat in het traject. We moeten echt zwaar inzetten op preventie, als samenleving’, zei Van ’t Land.
‘Onderwijs, gemeenten en jeugdartsen zouden hier bijvoorbeeld nog een actievere rol in moeten spelen. We beseffen heel goed dat er veel te winnen is met preventie, maar niks te verdienen. Daarom lobby’en we heel hard voor een bredere vergoeding van preventie.’
Ze wees erop dat zorgverzekeraars de Zorgverzekeringswet uitvoeren, en daarin staat dat het criterium voor vergoeding nu is dat het ‘zorg’ moet zijn.
Arianne van Bon, internist-endocrinoloog in het Rijnstate Ziekenhuis, wees erop dat armoede en laaggeletterdheid vaak aan de basis staan van obesitas. ‘Daarom moeten we echt de wijken in, en samenwerken met gemeenten.’
Van Bon pleit voor een meer gepersonaliseerde aanpak van obesitas. ‘Een regel voor de groep is prima, maar er moeten ook uitzonderingen mogelijk zijn. Het werkt bijvoorbeeld niet voor iedereen goed om eerst een jaar verplicht gezonde leefstijlinterventie, oftewel de GLI, te doen.’
‘Overgewicht wordt als eerste gezien, maar als laatste behandeld door specialisten’, zei Sanne Groenemeijer, general manager van Novo Nordisk in Nederland. Zijn bedrijf heeft een medicijn tegen obesitas, dat in bepaalde situaties uitkomst kan bieden.
Groenemeijer: ‘Als we praten over preventie en de lange termijn, wordt al snel naar de overheid gekeken. Maar dit vraagt ook iets van ons, de samenleving en het bedrijfsleven. Daar zijn wij ons als geneesmiddelensector zeer van bewust. Daar willen we iets mee doen.’
‘Het zou goed zijn als iedere Nederlander op zijn zestigste een hersenscan krijgt, aangezien vroegdiagnostiek zo belangrijk is bij Alzheimer.’
Dat was de prikkelende stelling die Marco Blom, manager wetenschappelijk onderzoek bij Alzheimer Nederland, poneerde. Het publiek – in de zaal en online – kon erover stemmen. Zelf denkt hij er genuanceerd over, maakte hij duidelijk.
Er komen steeds meer mogelijkheden voor vroegdiagnostiek bij Alzheimer, maar hét medicijn tegen Alzheimer is er nog niet. Een op de vijf Nederlanders krijgt uiteindelijk Alzheimer.
‘Toch kan vroegdiagnostiek waarde hebben, omdat het mensen de kans geeft om tijdig regie te nemen en nog zelf dingen te regelen’, zei Wendy Maas, Policy Lead personalized healthcare, VBHC en Sustainability bij Roche. Ze noemde het voorbeeld van iemand in haar eigen omgeving, waar de diagnose te laat kwam om nog eigen regie te kunnen nemen.
Blom vindt dat de wereld en van wetenschap en klinische praktijk nog te ver uit elkaar liggen. Hij wees ook op het belang van hersengezondheid.
‘Er zijn tal van factoren die invloed hebben op het risico op dementie’, zei Jort Vijverberg, neuroloog en clinical trial expert in Amsterdam UMC. Hij noemde onder meer roken, alcohol, voeding, beweging, luchtkwaliteit, doofheid, hoge bloeddruk en armoede.
‘Vroegdiagnostiek kan patiënten met Alzheimer opties geven die er zonder de diagnose niet zijn’, zei Vijverberg. ‘Patiënten kunnen ook helpen bij het zoeken naar en vinden van een effectief medicijn.’
Wendy Maas: ‘Een medicijn kan zeker helpen, maar laten we niet vergeten dat Alzheimer net als kanker zeer complex is. Gelukkig komen we wel steeds een stap verder in de zoektocht naar een goed medicijn.’
Rond 17.00 uur kwam een einde aan een bijeenkomst die voor een groot deel draaide om leefstijl en preventie. Bij de aftrap had de dagvoorzitter al gevraagd aan Marco Frenken, bestuursvoorzitter van de VIG, of geneesmiddelenbedrijven eigenlijk wel geïnteresseerd zijn in preventie.
‘Farmaceuten zijn toch vooral pillenverkopers?’, vroeg ze.
Dat gaf Frenken de gelegenheid om uit te leggen dat geneesmiddelensector zichzelf steeds meer ziet als partner in de zorg. En zich ook zo gedraagt.
‘De maatschappelijke uitdagingen, ook in de zorg, zijn te groot om alleen nog aan je eigen belang of eigen sector te denken. Dit moeten we echt sámen doen. Daarom is het zo fantastisch dat er hier vanmiddag mensen vanuit allerlei verschillende perspectieven deelnemen aan de discussie!’