Peeters, die in Franstalig België is geboren als kind van twee artsen uit Vlaanderen, stroomt over van de energie om impact te maken. Onlangs stapte hij in het bestuur van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). Met als doel om, zoals hij zelf zegt, ‘een bijdrage te leveren aan de noodzakelijke transformatie in de zorg’.
Na het behalen van zijn diploma aan de Universiteit van Brussel (Master in Business Engineering) werkte Peeters voor consulting firma BCG. ‘Toevallig’ kreeg hij veel opdrachten in de farmaceutische industrie. Die wereld sprak hem zeer aan.
‘I just like the purpose’, zo verklaart hij het zelf. Denis Peeters groeide op in een medisch milieu. Zelf wilde hij zich graag breed ontwikkelen. Finance, marketing, business innovation, al die vakgebieden vond hij mateloos interessant en kon hij in de farma ontwikkelen.
Hij trad in dienst bij AstraZeneca en later AbbVie, in verschillende rollen op lokaal, regionaal en globaal niveau. In 2015 maakte hij de overstap naar Sanofi, eerst in België, toen in Parijs en nu dus in Nederland.
‘In deze functie kun je daadwerkelijk impact maken, het gaat niet alleen om de business
maar ook om een bijdrage aan de maatschappij. Ik vind het mooi om te proberen het beste uit een team te halen en zo als bedrijf echt iets te betekenen voor de samenleving’, vertelt hij.
Denis Peeters is binnen het VIG-bestuur aanspreekpunt voor strategische coalities. Hoe ziet hij zijn rol?
‘De belangrijkste vraag waar wij als bestuur voor staan is hoe wij kunnen worden gezien als een betrouwbare partner. We zien een aantal issues op ons afkomen, die over een aantal jaren voor grote problemen gaan zorgen. Hoe kunnen we die pro-actief aanpakken op een duurzame manier? Dat vraagt om samenwerking en vertrouwen. Mijn doel is dat wij als kennispartner deelnemen aan de discussies over de toekomst van de zorg en onze inbreng geven. Onze producten en diensten zijn een belangrijke enabler voor de andere partners in de zorg. Dat moet gezien en gewaardeerd worden.’
Eén van de issues waar de VIG zich namens alle 44 lidbedrijven voor inzet, is de toegang tot innovatieve geneesmiddelen voor patiënten. Sanofi heeft een breed portfolio, verdeeld over drie business units. De business unit Specialty Care richt zich op immunologie, zeldzame (bloed)ziekten, oncologie en neurologie. Binnen General Medicines is er een focus op diabetes en cardiovasculaire ziekten, en veel verschillende geneesmiddelen die met name door de huisarts worden ingezet. En de business unit Vaccines richt zich op vaccins, zowel voor het Rijksvaccinatieprogramma als voor reizigers.
‘Onze insteek is altijd om nieuwe geneesmiddelen op beschikbaar te maken voor de mensen die het nodig hebben. Dan gaat het om geneesmiddelen die beter zijn dan wat er al is. Zo niet, dan stoppen we met de ontwikkeling. Het streven van Sanofi is nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen die first in class of best in class zijn: super relevant voor patiënten. Dan is het absoluut nodig dat die zo snel mogelijk beschikbaar zijn. We moeten heel selectief zijn in wat innovatie is, maar als iets écht een verschil maakt, moeten patiënten er zo snel mogelijk over kunnen beschikken. Dat kan op een duurzame manier, bijvoorbeeld door innovatieve financieringsmodellen te ontwikkelen, samen met andere stakeholders.’
‘Als sector moeten we veel met mensen praten om ons verhaal te delen. Niet op kantoor blijven zitten, maar in dialoog gaan. Luisteren, vertellen hoe onze sector werkt, samenwerken… Het is van belang dat andere stakeholders met ons willen samenwerken: een transparante partner die te vertrouwen is. In de loop der jaren hebben we veel netwerken opgebouwd rond verschillende uitdagingen in de zorg. Zo kijkt de Care Coalition naar de mogelijkheden om oncologische zorg thuis te bieden – de juiste zorg op de juiste plek. De Coalition Primary Care werkt aan innovatie in de eerstelijnszorg. De rol van huisartsen en apothekers wordt steeds belangrijker. In het kader van waardegedreven zorg werken we aan een framework om de maatschappelijke waarde van een geneesmiddel beter inzichtelijk te maken. Al die netwerken, en ik kan er nog vele noemen, versterken onze positie als zorgtransitiepartner.’
‘Persoonlijk ben ik erg trots op de industrie waarin ik werk. Ons celtherapie laboratorium hier in Amsterdam is een miracle of science: wat daar gebeurt is uniek en kan voor patiënten op termijn hopelijk echt een verschil gaan maken. Nederland heeft een prachtige historie als innovatieland, denk bijvoorbeeld aan 100 jaar Oss. Het zou fantastisch zijn als we als land dat innovatieve klimaat niet alleen kunnen behouden, maar ook verder uitbouwen. Dat vereist een goede samenwerking tussen alle verschillende partijen. En daarom wil ik me vol inzetten voor strategische coalities die dit mogelijk maken!’