VIG-directeur Gerard Schouw is verrast, verbaasd en verontrust door de brief die de minister op 19 april stuurde aan de Tweede Kamer over de geplande modernisering van het GVS. ‘Op deze onverwachte manier nog meer besparen op medicijnen, gaat zonder twijfel ten koste van kwaliteit en beschikbaarheid van medicijnen’, zegt Schouw. ‘De patiënt betaalt de rekening door meer bij te betalen voor noodzakelijke medicijnen, waarvan er minder beschikbaar zullen zijn.’ Een ander gevolg is dat miljoenen patiënten moeten overstappen van hun vertrouwde geneesmiddel naar het goedkoopste middel.
De VIG roept patiëntenorganisaties, voorschrijvers en apothekers op de gevolgen van de voorgestelde aanpassing van het GVS in kaart te brengen en vraagt de minister af te zien van deze verkeerde ‘modernisering’ van het GVS.
Het GVS maakt voor iedereen duidelijk welke extramurale geneesmiddelen – medicijnen die op recept door de apotheek worden verstrekt – vergoed worden vanuit de basisverzekering en hoe hoog de vergoeding is. Het GVS deelt vergelijkbare geneesmiddelen in groepen (of clusters) in, en geeft daarmee aan welke middelen onderling vervangbaar zijn.
Onder het mom van ‘modernisering’ wil minister Kuipers nu een structurele besparing van € 140 miljoen realiseren door de vergoedingslimiet van medicijnen in de clusters van het GVS per 1 januari 2023 te verlagen. Als een fabrikant een prijs rekent die hoger is dan de vergoedingslimiet, moet de patiënt het verschil zelf betalen. Patiënten en voorschrijvers kunnen wel samen voor een vergelijkbaar geneesmiddel uit het cluster kiezen zonder bijbetaling. Althans, dat is het idee op papier. De werkelijkheid ziet er heel anders uit.
De minister gaat in zijn brief volledig voorbij aan het gegeven dat geneesmiddelen niet zomaar onderling vervangbaar zijn wanneer deze in hetzelfde cluster zitten. Geneesmiddelen in de huidige clusters verschillen medisch inhoudelijk te veel op effectiviteit, veiligheid, gebruik, bijwerkingen, wijze van toediening, dosering en samenstelling.
Wisselen van geneesmiddelen ondermijnt bovendien de kwaliteit van de zorg waardoor de patiënt onnodig extra risico’s loopt. Zo kan het wisselen van medicijnen leiden tot andere bijwerkingen. Ook verhoogt het wisselen van medicatie het risico op doserings- en medicatiefouten.
De voorgestelde bezuiniging van het GVS maakt geen onderscheid tussen patiënten. Toch worden bepaalde patiënten in het bijzonder geraakt, zoals mensen met hart- en vaatziekten. Zij gebruiken meerdere middelen, waardoor patiënten straks óf op ieder middel bijbetalen óf geconfronteerd worden met diverse wijzigingen van hun medicatie. Verantwoord wisselen van geneesmiddelen is ook veel ingrijpender bij andere kwetsbare patiënten, zoals palliatieve patiënten, kinderen, ouderen, patiënten met de ziekte van Parkinson en psychatrische patiënten.
De VIG is voor een échte modernisering van het GVS. Schouw: ‘Uitgangspunt daarbij is medicijnen niet langer te beschouwen als een kostenpost, maar juist als een waardevolle investering in steeds betere, kostenefficiënte gezondheidszorg. Dit past in de door de minister gewenste versterking van de basiszorg.’ Een echt modern GVS houdt er rekening mee dat medicijnen risicovol, kostbaar en tijdrovend zijn om te ontwikkelen. En dat investeren in medicijnen Nederland gezonder, weerbaarder en welvarender maakt. De VIG daagt de minister uit om met dit als uitgangspunt de Nederlandse zorg betaalbaar te houden en zo samen een goede balans te vinden tussen de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg.